01 mei, 2009

De Blauwborst

Natuur in onze omgeving 
Publicatie in MAASSTAD weekbladen 05-2009

Hoewel de Blauwborst heel kieskeurig is bij zijn gebiedskeuze is dit exotisch uitziend vogeltje ook in onze omgeving te zien. Ze geven de voorkeur aan natte rietmoerassen die geleidelijk overgaan in moerasbossen. In onze omgeving zie je ze b.v. langs de Poldervaart ter hoogte van de Schie en daarlangs bij de Broekkade. Ook bij de Rijsplas in de Aalkeetbuitenpolder in Vlaardingen en in de Rietputten langs de Maassluissedijk zijn ze volop te zien. Ten minste als ze zingen! Dat doen ze het meest in de maand april en ook wel in mei. Uitbundige kleurenpracht gaat meestal niet samen met een prachtige zang. Denk in dit verband aan de sobere kleuren van b.v. de Nachtegaal. De Blauwborst is hierop echter een uitzondering. Naast de schitterende blauwe borst is er de roodbruine staart die soms als een waaier wordt getoond. Deze functie is, net als bij vogelzang, erop gericht mededingers te laten zien hier in dit gebied ben ik de baas. De afgelopen jaren zijn ze flink in aantal toegenomen. In 1970 waren er nog maar 1.000 paar in Nederland. In 2000 waren er naar schatting wel 9.000 tot 11.000 paar in ons land. Een hele positieve ontwikkeling. Deze gegevens zijn ontleend aan SOVON Vogelonderzoek Nederland. Eigenlijk is er dus geen excuus meer te bedenken waarom u geen blauwborstje zou kunnen scoren. Neem wel een verrekijker mee want ze kunnen best wel schuw zijn en laten zich niet makkelijk benaderen. Veel succes bij uw zoektocht naar de Blauwborst.

01 april, 2009

De Ooievaar weer terug

Natuur in onze omgeving

Publicatie in  MAASSTAD weekbladen 04-2009

De Ooievaar was midden jaren 70 bijna verdwenen uit
ons land. In 1969 heeft Vogelbescherming een reddingsoperatie gestart en een aantal buitenstations opgezet van waaruit Ooievaars weer in aantal konden toenemen. In 2000 broedden er 396 paar en in 2007 zelfs al weer 600 broedparen. Opmerkelijk is dat het trekgedrag van de Ooievaars die op de buitenstations werden gehouden is veranderd. De oudervogels trokken niet meer naar de overwinteringsgebieden in Zuidelijk Afrika maar gingen overwinteren in ons land. Door het bijvoeren op de buitenstations konden ze onze kwakkelwinters wel aan. Opmerkelijk is dat de jongen wel hun oorspronkelijke trekgedrag vertonen. Ook nu zie je nog steeds, hoewel de buitenstations inmiddels zijn opgedoekt, dat een deel van de Ooievaars wegtrekt en een deel overwintert. Een leuk voorbeeld was de overwintering van een Ooievaar bij de Hoppersingel in Schiedam. Hier werd een Ooievaar die bij een wak verbleef bijgevoerd. Deze zeer tam geworden Ooievaar komt nog steeds zijn dagelijkse portie halen. Een echte opportunist maakt gebruik van elke mogelijkheid! Broedgevallen in onze omgeving zijn er o.a. bij het  landgoed Nieuw Rodenrijs en op een oude zendmast in een tuin bij het landgoed de Tempel. Ook Diergaarde Blijdorp heeft een aantal nestelende “vrij vliegende” Ooievaars. Op een mast van de bovenleiding van de spoorlijn broedt al enkele jaren een paartje Ooievaars. In Midden-Delfland zie ik regelmatig Ooievaars foerageren. Het geeft weer een oer Hollands plaatje wat ik niet graag zou willen missen.