16 mei, 1998

Oostenrijk 16 mei t/m 21 mei 1998

Inleiding
Oostenrijk was voor ons een witte vlek op de kaart. Hoewel een van de populairste vakantielanden van Europa, waren we nog niet in de gelegenheid geweest Oostenrijk te bezoeken. Ornithologisch gezien waren de verwachtingen niet erg hoog, zeker niet voor het hooggebergte van Tirol. Landschappelijk is het zeer de moeite waard.  
 
Transport
Het leek ons een goed idee als vervoermiddel de eigen auto te nemen. De afstand naar Tirol is ongeveer 980 km en is overbrugbaar op een dag. Ter plaatse is het natuurlijk reuze makkelijk over een auto te beschikken, zeker als je zo als wij de omgeving wilden verkennen.  
 
Onderdak
Ons hotel dat we via “Kras Reizen” hadden geboekt, zag er heel verzorgt uit. Het ontbijt was uitstekend en in buffetvorm. Het diner was eveneens uitstekend verzorgt, hoewel er geen keuzemenu’s waren, ging er geen dag voorbij, zonder dat we smakelijk gegeten hadden.
Het hotel “Der Swartzen Addler” ligt in het plaatsje Pfaffenhofen op ca. 30 km van Insbruck.
 
Het weer
Gedurende ons verblijf was het weer redelijk. Enkele regenachtige dagen werden afgewisseld door fris zonnig weer en deed denken aan ons “eigen weer” in Nederland. 
 
Dag overzichten
 
16 mei
‘s Morgens om 5.45 uur vertrekken we uit Schiedam. De avond ervoor waren we op visite bij kennissen. Ondanks goede voornemens werd het uiteindelijk toch weer laat! De reis verloopt spoedig. Onderweg, zien we o.a. rode wouw, buizerd, kuifleeuwerik, Europese kanarie en vink. Even voorbij Stuttgart moeten we inhouden en tenslotte stoppen. File!! Een zwaar auto-ongeluk waarbij een bus en drie auto’s zijn betrokken verspert de doorgang. Als vanzelfsprekend wordt door alle weggebruikers een middenbaan vrijgemaakt om eventuele hulpdiensten doorgang te verlenen. Niet gewoon aan deze situatie pas ik me snel aan bij de gedisciplineerde Duitsers. Vreemd is wel dat de vluchtstrook niet gebruikt wordt! De inzet van hulpdiensten is enorm. Minstens 3 politieauto’s, 5 ambulances, 3 brandweerauto’s en tenslotte 2 helikopters komen hulp verlenen. Als we iets eerder van huis waren vertrokken dan zouden we wellicht zelf het slachtoffer geweest!! Na de grens van Duitsland naar Oostenrijk gepasseerd te hebben komen we in Tirol. Het hooggebergte is fabelachtig mooi. Hoog op de bergen ligt de eeuwige sneeuw te schitteren in het zonlicht. De goed aangelegde wegen slingeren zich door de dalen, vaak vergezeld van een riviertje! Deze natuurlijke omstandigheden zorgden natuurlijk voor de meest optimale mogelijkheden voor de wegenaanleg, zeker in een land als Oostenrijk met haar enorme niveauverschillen. Het kost enige moeite om “Der Swarschen Addler” te vinden. Na enig zoekwerk vinden we tenslotte het stadje Pfaffenhofen en vrijwel direct daarna het hotel. Het hotel ligt centraal langs de doorgaande weg. De ontvangst is hartelijk, de kamer uitstekend en ruim bemeten. Vanaf het balcon kijken we uit op het Inndal en de rivier de Inn. Na het dinner, waarbij we kennis maken met een echtpaar uit Hoek van Holland, gaan we de omgeving nog even verkennen. Meteen vallen de enorme niveauverschillen op. Er loopt geen straat vlak. We moeten nog even wennen en voelen al snel onze kuiten. Na een best wel vermoeiende reis besluiten we vroeg naar onze kamer te gaan en ons voor te bereiden op onze plannen van morgen.  
 
17mei
Na een goed ontbijt gaan we naar het “Ozttal” Dit dal ligt ten westen van Imst en haaks op het Inntal. Ook hier weer het gebruikelijke patroon van een weg die de oever van de rivier volgt. Bij een brug over de Ozt maken “rafters” zich klaar om de snelstromende rivier af te zakken. Waterdichte pakken en helmen beschermen de deelnemers tegen de kou en het risico van aanvaringen met uitstekende rotsblokken. Het is heel spectaculair om te zien hoe een groep van ca. 10 personen in vliegende vaart onder het uiten van gegil de rivier afzakt. Wij wandelen stroomopwaarts de bergen in. De doorkijkjes langs de rivier zijn schitterend en we krijgen er niet genoeg van ze allemaal te fotograferen. ‘s Middags gaan we naar Imst. Terplaatse is een kabelbaan die ook nu, hoewel er geen sneeuw ligt, toch  open is. Binnen enkele minuten zijn we op 1500 meter hoogte en stappen we uit. Nieuwsgierig als we zijn, gaan we nog hoger. Het landschap wordt steeds woester. De bomen maken plaats voor lagere struiken. Kennelijk passeren we de boomgrens! Het vogelleven is schaars op deze hoogte. We zien wel grote lijsters en beflijsters. De wandeling terug plaats ons wel voor problemen. Om ca. 1500 meter op eigen kracht te zakken kost veel energie en uiteindelijk ook veel spierpijn. Het fenomenale uitzicht vergoedt echter heel veel.  
 
18 mei
Na een goede nachtrust en een eveneens goed ontbijt weg gaan we op weg voor onze volgende dagtocht. Het plan is via het Ozttal naar Italie te gaan. Volgens de kaart loopt het riviertje en dus ook de weg helemaal door naar de grens met Italie. De route is schitterend. Het weer wordt steeds slechter naarmate we hoger komen. Uiteindelijk komen we door de sneeuwgrens bij enkele uitgestorven wintersportplaatsen. De mist en de smeltende sneeuw maakt de omgeving enigszins troostenloos. Vlakbij de grens met Italie zien we een notenkraker, een sneeuwvink, een alpenheggemus en tientallen tapuiten. De laatste soort zou je hier niet verwachten. De grens is helaas afgesloten. Kennelijk hebben we het waarschuwingsbord gemist. Rond deze tijd zijn nog niet alle bergwegen open. We besluiten dan maar weer om te keren en naar Innsbruck te gaan. Rijdend door het Ozttal zien we nog een hop passeren. De vlinderachtige vlucht tegen het decor van de bergen doet me een beetje aan Spanje denken. Innsbruck gelegen aan de Inn is een leuke stad om te flaneren. In het centrum, “die Altstadt” is het een drukte van belang. Allerlei nationaliteiten, waaronder veel italianen, wandelen door de gezellige winkelstraten. Het huis “mit das goldenen dach” wordt helaas gerenoveerd. Op het zeildoek dat het gebouw afdekt is wel een afbeelding van het gouden dak te zien. Een schrale troost! De gevels zien er heel kleurig uit. De barokke bouwstijl fleurt de dag gelukkig op, ondanks de nu aanhoudende regen. Voor de kinderen kopen we enkele soevenirs. Voor Roald een bierpul en voor Tamara en kitserig koekkoeksklokje. Nog niet geheel gewend aan de oostenrijkse shilling maken we naar achteraf bleek, een aantal flinke rekenfouten. Omgereknd is alles veel duurder dan oorspronkelijk gedacht! ‘s Avonds maken we na het dinner nog even een kleine wandeling vanuit het hotel bergopwaarts naar het “slosz” We zien het kasteel wel liggen maar kunnen helaas niet de weg er naar toe vinden. Overal langs het bergpad lopen koeien. Kennelijk niet gewend aan wandelaars gaan ze er luid bellend schrikachtig vandoor. Omdat de avond nu snel invalt gaan we maar terug naar het hotel. Het was een leuke afwisselende dag.  
 
19 mei
Vandaag gaan we opnieuw richting Italie. Via de Brennerpas moet het lukken! Vlakbij de grensovergang staat een enorme file. We hebben geen zin hierachter aan te sluiten. Bovendien hebben we de tijd om een alternatieve route op te zoeken. Vipiteno ons eerste doel ligt per slot van rekening vlakbij de grens en moet binnendoor ook te bereiken zijn. Via een schilderachtige route bereiken we Vipiteno een schilderachtig plaatsje. We hebben niet echt het idee dat we nu in Italie zijn. In de enige winkelstraat zien we diverse mannen met een tiroler hoedje op lopen. De voertaal is duits. Volgens mij zijn ze hier volledig op Oostenrijk georiënteerd. Nadat we het stadje hebben verkent besluiten we naar Merano te gaan. Via een smalle en schilderachtige weg die ons dwars door de bergen voert, hoogste punt 2800 m, komen we in Merano aan. Het stadje heeft een geheel eigen sfeer en is heel mooi gelegen in het dal. Langs de rivier bevindt zich een wandelpromenade die omzoomd wordt door kleurijke huisjes en een botanische tuin met bomen en struiken uit alle werelddelen. Het geeft een heerlijk gevoel als we ons koesteren in de zon en de warmte. Dit weertype ontberen we in Oostenrijk. Op de promede weer veel wandelaars, voorzover we kunnen nagaan weer voornamelijk uit Italie zelf. De tocht door de bergen en dalen naar Merano toe levert een flink aantal leuke soorten op waaronder: tjiftjaf, alpenkauw, alpenkraai, gele kwikstaart, witte kwikstaart, koolmees, roodborst,  zwarte roodstaart, rotszwaluw, oeverzwaluw, italiaanse mus etc. Merano is echt een stadje waar je eigenlijk best wel wat langer zou willen blijven!  
 
20 mei
Dit keer zoeken we ons vertier wat dichterbij het hotel. Een folder, bij aankomst in het hotel verstrekt,  beveelt ons aan het Kuhtal te bezoeken. Het Kuhtal ligt aan de achterzijde van de bergrug achter ons hotel. Hemelsbreed is de afstand ca. 15 km. Nu moeten via het oztal rijden en is de afstand minstens 50 km. De weg door het kuhtal is fabelachtig mooi. Ondeweg zien we een ree in de berm. Het blijft altijd een mooi gezicht zo’n sierlijk dier te zien. Centraal in het Kuhtal ligt een groot stuwmeer dat gevoed wordt door de smeltende sneeuw. Omdat we zo hoog zitten is vrijwel alles nog bedekt met een dik pak sneeuw. De wegen zijn sneeuwvrij daarom gaan we het nog hogerop zoeken. In de verte ca. 300 meter hoger zien we nog een stuwdam liggen. Bij de voet aangekomen bekruipt ons een onaangenaam gevoel. Het pak sneeuw tegen de stuwdam aan is nog zo dik dat er naar ons idee sprake kan zijn van enig lawinegevaar. Je moet er niet aan denken dat je naar beneden geschoven wordt!! We besluiten maar snel terug te gaan en genieten beneden bij het eerste stuwmeer van het schitterende decor van de omgeving. Hoog in de bergen zien we twee skieers die aan een afdaling bezig zijn. Omdat niet alles is bedekt met sneeuw kost het ze enige moeite de afdaling zoveel mogelijk skieent af te leggen. ‘s Middags gaan we naar Seefeld een mondaine wintersportplaats. De centraal gelegen wandelpromenade heeft aan weerszijde veel restaurants welke op dit moment van de dag nog allemaal gesloten zijn. Het kleine meertje terplaatse, waar het stadje hoogstwaarschijnlijk naar is vernoemd, ziet er heel vredig uit. Op een bankje genieten we nog even van het prachtige decor van het meertje dat omlijst wordt door hoge bergen. Na al het moois dat we gezien hebben valt het stadje Telfts, dat we daarna bezoeken, enigszins tegen. Telfts is een verkleinde uitgeve van Innsbruck maar dan wel een stuk saaier. Nu wel genoeg van wandelen besluiten we terug te gaan naar het hotel om van een welverdiend dinner te genieten.
 
21 mei
Dit keer gaan we na het ontbijt de berg op vlakbij het hotel. We nemen de auto en zien wel waar we uitkomen. Het uitzicht op de top over het Inndal is schitterend. Er zijn geen wandelpaden in de directe omgeving te bekennen, daarom gaan we nog maar eens een keer naar het oztdal. Na een prachtige wandeling besluiten we naar de Hahntennjoch te gaan. Ondanks de drukte op de wegen, ik heb nog nooit zoveel motorrijders gezien, is het uitzicht vanaf de weg schitterend. Steeds hoger en hoger klimmen we naar de eeuwige sneeuw. Bij een parkeerterrein stoppen we. Hier genieten we van het uitzicht. Te voet kunnen we nog hoger. Aan de zuidkant van de hoogste berg die we zien is de sneeuw bijna helemaal weggesmolten. Een prachtige lichtgroene deken van gras bedekt de berg. Verbeeld ik het me of zie ik ver weg wat beweging op de top van de berg. Op een nog met sneeuw bedekt stuk zie ik iets oversteken!De telescoop brengt duidelijkheid. Gemzen!! Als ik de berg verder afspeur zie er in totaal een stuk of 20. Onbereikbaar voor iedereen op het dak van de wereld grazen ze onbekommerd van het ongetwijfeld malse gras. Wat zijn deze beesten schitterend aangepast aan hun omgeving.  Wat een prachtig punt om te verblijven. Hier kan je uren doorbrengen in dit fantastiche decor. Aan het einde van de middag gaan we via Telft waar we boodschappen doen terug naar het hotel. Vandaag houden we het rustig en blikken we terug op deze vakantie. Het is alweer onze laatste volle dag. 
Oostenrijk is ons goed bevallen. De wandelmogelijkheden zijn onbeperkt. Een rit in de omgeving is altijd weer de moeite waard. Het natuurschoon is overweldigend. De steden, vooral Innsbruck, zijn heel interressant om te bezoeken. Het aantal waargenomen vogelsoorten is in vergelijking met andere locaties die we in het verleden hebben bezocht wat aan de magere kant hoewel we dit van te voren wisten. Oostenrijk heeft echter aan al onze verwachtingen voldaan en is vooral vanwege het natuurschoon zeer de moeite waard.  
 
Vogelwaarnemingen
Naam
Name
Wetenschappelijke naam
Knobbelzwaan
Mute Swan
Cygnus olor
Wilde Eend
Mallard
Anas platyrhynchos
Kuifeend
Tufted Duck
Aythya fuligula
Grote Bonte Specht
Great Spotted Woodpecker
Dendrocopos major
Gierzwaluw
Common Swift
Apus apus
Houtduif
Common Wood-Pigeon
Columba palumbus
Turkse Tortel
Eurasian Collared-Dove
Streptopelia decaocto
Meerkoet
Common Coot or Eurasian Coot
Fulica atra
Wespendief
European Honey-buzzard
Pernis apivorus
Rode Wouw
Red Kite
Milvus milvus
Zwarte Wouw
Black Kite
Milvus migrans
Buizerd
Common Buzzard
Buteo buteo
Torenvalk
Common Kestrel
Falco tinnunculus
Gaai
Eurasian Jay
Garrulus glandarius
Ekster
Black-billed Magpie
Pica pica
Notenkraker
Spotted Nutcracker
Nucifraga caryocatactes
Alpenkauw
Yellow-billed Chough
Pyrrhocorax graculus
Kauw
Eurasian Jackdaw
Corvus monedula
Zwarte Kraai
Carrion Crow
Corvus corone
Raaf
Common Raven
Corvus corax
Beflijster
Ring Ouzel
Turdus torquatus
Merel
Eurasian or Common Blackbird
Turdus merula
Kramsvogel
Fieldfare
Turdus pilaris
Zanglijster
Song Thrush
Turdus philomelos
Grote Lijster
Mistle Thrush
Turdus viscivorus
Roodborst
European Robin
Erithacus rubecula
Zwarte Roodstaart
Black Redstart
Phoenicurus ochruros
Gekraagde Roodstaart
Common Redstart
Phoenicurus phoenicurus
Tapuit
Northern Wheatear
Oenanthe oenanthe
Spreeuw
Common Starling
Sturnus vulgaris
Boomklever
Wood Nuthatch or Eurasian Nuthatch
Sitta europaea
Winterkoning
Winter Wren
Troglodytes troglodytes
Kuifmees
Crested Tit
Parus cristatus
Koolmees
Great Tit
Parus major
Pimpelmees
European Blue Tit
Parus caeruleus
Oeverzwaluw
Sand Martin or Bank Swallow
Riparia riparia
Boerenzwaluw
Barn Swallow
Hirundo rustica
Huiszwaluw
Northern House-Martin
Delichon urbica
Goudhaan
Goldcrest
Regulus regulus
Fitis
Willow Warbler
Phylloscopus trochilus
Tjiftjaf
Eurasian Chiffchaff or Common Chiffchaff
Phylloscopus collybita
Fluiter
Wood Warbler
Phylloscopus sibilatrix
Zwartkop
Blackcap
Sylvia atricapilla
Kuifleeuwerik
Crested Lark
Galerida cristata
Huismus
House Sparrow
Passer domesticus
Sneeuwvink
White-winged Snowfinch
Montifringilla nivalis
Witte Kwikstaart
White Wagtail
Motacilla alba
Gele Kwikstaart
Blue-headed Wagtail
Motacilla flava
Boompieper
Tree Pipit
Anthus trivialis
Graspieper
Meadow Pipit
Anthus pratensis
Vink
Chaffinch
Fringilla coelebs
Europese Kanarie
European Serin
Serinus serinus
Groenling
European Greenfinch
Chloris chloris
Putter
European Goldfinch
Carduelis carduelis

 

19 februari, 1998

Vogels van Goa India

Goa India
6 februari t/m 19 februari 1998

Inleiding  

Van diverse kanten hoorden we positieve geluiden over Goa. De exotische natuur, de Indiase cultuur en de fantastische stranden deden ons al snel besluiten zuid Spanje nog maar even uit te stellen en een 15-daagse reis naar Goa te boeken. Dit zou onze eerste kennismaking met Azië worden.

Onderdak

Goa beschikt over goede hotels in alle prijsklassen. Zeer aanbevolen wordt het Beira Mar Hotel ten noorden van het Galangutestrand. Hier zit je dan meteen vlakbij de Bagafields. Een uitstekende locatie voor vogelaars. Hier kan je vanaf het terras met zwembad de omgeving goed overzien en met een “Kingfisher” in de hand heel relaxt vogelen. Alle goede vogelgebieden zijn vanaf hier binnen een dag met een taxi te bereiken. Zelf zaten we in het Osborne Resort zuidelijk van Galangute. De omgeving hier bied ook enkele redelijke vogelgebieden 

Het weer

Het weer gedurende onze reis was perfect. Aan de kust van de Arabische zee was de temperatuur gemiddeld zo'n 30  a 35 graden in combinatie met de zeewind heel aangenaam. In het binnenland was de temperatuur iets hoger. Regen hebben we niet gehad maar wel 15 dagen lang onbewolkt stralend weer.

Goa van dag tot dag

6 februari

Om 14.30 uur vertrekken we met Air Holland van Schiphol via een tussenlanding in Muscat (Oman) naar Goa.
Na ca. 10 uur vliegen komen we tenslotte aan op Dabolim Airport.


7 februari

De transfer naar ons hotel duurt ongeveer 2,5 uur en voert via een lange omweg. Een belangrijke brug over de Zuaririvier wordt gerestaureerd. Volgens de hostess kan deze restauratie wel 20 jaar duren! We zijn voor de eerste keer in India op vakantie. De verwachtingen zijn hoog gespannen. Na enkele weken van voorbereiding met studiemateriaal van Hemme Batjes moet het mogelijk zijn flink wat nieuwe vogelsoorten te scoren. Natuurlijk moet het voor Ria ook interessant blijven zodat we niet uitsluitend met vogelen bezig zijn. Deze activiteiten beperken zich voornamelijk in de vroege ochtend en de namiddag. De rest van de dag gebruiken we voor excursies, wandelen en luieren. De ons toegewezen kamer in het Osborneresort wijzen we af. Het uitzicht op een blinde muur voor 16 dagen zien we niet zitten. Bovendien is de kamer niet schoongemaakt en de bedden niet opgemaakt. Zonder problemen krijgen we een andere kamer met uitzicht op het zwembad. Een eerste kennismaking met de omgeving voert ons naar het strand en vandaar richting Galangute. Ons eerste doel is de aanschaf van een goede vogelgids. Zonder een behulpzame Engelsman zouden we de laatste bookshop die we bezocht hebben en waar we uiteindelijk geslaagd zijn,  nooit gevonden hebben. Natuurlijk kopen we ook ansichtkaarten. Het blijft altijd afwachten of de kaarten aankomen voordat we weer thuis zijn. Ria kan de verleiding niet weerstaan om een oude bedelares die plotseling opduikt, het wisselgeld te geven. Dankbaar omhelst ze ons. We zijn er wat onwennig onder. Zoveel dankbaarheid voor zo weinig! Via een mengelmoes van koeien, varkens, toeterende taxi’s en overal tussendoor schietende fietsers en bromfietsers komen we tenslotte weer op het strand. Natuurlijk worden we weer aangeklampt. Ria koopt een lendendoek die haar heel charmant staat. Tijdens de onderhandelingen over de prijs doet ze haar slippers uit en vergeet ze, als we doorlopen, weer aan te doen. Het verkoopstertje komt ons later hijgend achterna de slippers brengen. Eerlijke mensen kom je gelukkig overal tegen. Na een flinke wandeling komen we bij het Beira Mar Hotel en genieten we van het magnifieke uitzicht. We zien o.a. Pond Herons, Cattle Egrets, Great- en White Egrets en onze eerste White-breasted Kingfisher. Na deze eerste kennismaking besluiten we een taxi te nemen naar ons hotel. De reisorganisatie heeft een kennismakingsbijeenkomst georganiseerd. Ook worden er wat nuttige tips gegeven voor ons komende verblijf. s’ Avonds gaan we lekker dineren bij Maggie. De prijzen vallen reuze mee. De totale kosten voor een complete maaltijd voor twee personen met drankje vooraf bedragen 240 roepies, ongeveer Fl.15,-!!
Vlak voordat we naar bed gaan bellen we Roald en vertellen kort onze belevenissen. De kosten van dit korte gesprek lopen al snel op naar ca. Fl.15,-. Net zo duur als onze complete maaltijd!!

8 februari

Na een karig ontbijt, om elke boterham moet gevraagd worden, gaan we met een taxi naar het Beira Mar Hotel. Deze ochtend willen we de directe omgeving verkennen. Het weer is perfect en nog niet te warm. Vlakbij de brug over de kreek stappen we uit. De vlakte bruist van het vogelleven. We zien o.a. Black Kite’s, Braminy Kite’s, Cattle Egrets, Great- en Little Egrets, Pond-Herons, Black Drongo’s, en meteen al twee ijsvogelsoorten met name de White-breasted Kingfisher en de Common kingfisher en niet te vergeten de House Crow. 
Little Bee-eaters benutten elk uitsteeksel als startpunt voor hun jacht op vliegende insecten.
De wandeling voert ons rondom de Bagafields. Het landschap is heel afwisselend en wordt onderbroken door kleine bosschages, poeltjes, graslandjes en droogstaande rijstvelden. Een heel afwisselende biotoop. Geen wonder dat het vogelleven zo rijk is. ‘s Middags doen we het rustig aan en luieren we een beetje op het strand.

9 februari

Deze ochtend gaan we naar het Carolimbinlake en de Geigy factory. Twee gerenommeerde plaatsen waar een rijk vogelleven te bewonderen is. Met Gregory onze vaste taxichauffeur voor de komende dagen gaan we vroeg op pad. Om ca. 8.30 uur arriveren we bij het Carolimbinlake. Het meer ligt er prachtig bij. Het is bijna volledig dichtgegroeid en bedekt met waterlelies. Het is een waar vogelparadijs. Purple Swamphens, Bronze-wing Jacanas, Pheasant-tailed Jacanas, Lesser Whistling Ducks, Grey-Herons, Purple Herons en ga zo maar door. Boven het meer Braminy Kites en Witwangsterns. Langs de oevers Common Kingfisher en White-breasted Kingfisher. Aan de oostkant van het meer ligt boven op een heuvel een prachtig landhuis. Dit lijkt me een ideale plaats voor een overwintering met uitzicht op het meer! Opmerkelijk zijn de enorme aantallen van elke soort. Hoe elke vogel in staat is voldoende voedsel te vergaren is een groot raadsel. Het meer moet ontzettend voedselrijk zijn. Jammer genoeg is in het verleden een spoorlijn aangelegd die een stuk van het meer heeft afgesneden. De status van het meer is onduidelijk. Er zijn geen afzettingen of  toegangsbeperkingen. Iedereen is vrij de oevers te betreden. Opvallend is het feit dat diverse personen gelijktijdig hun behoefte doen. Zonder gene laat men de broek zakken. Zou dit het geheim zijn van de enorme voedselrijkheid van het meer. Ook waterbuffels pikken hun graantje mee en tonen aan, met hun kop net boven water, dat het meer toch minimaal een meter diep moet zijn.  We besluiten later in de week het meer nogmaals te bezoeken en gaan vervolgens naar de Geigy-factory. Als je de naam hoort denk je in eerste instantie niet aan een natuurgebied. Bij de ingang is aanmelden bij de beveiliging en inschrijven in het bezoekersregister verplicht en slechts een formaliteit. Meteen na de ingang slaan we het rechtsaf  het pad in en maken een wandeling langs de rand van het complex. De rust van de omgeving is heerlijk en kuierend lopen we langs het pad naar de bebouwing. De temperatuur is inmiddels opgelopen naar ca. 35 graden en dat geeft een drukkend gevoel. Kennelijk zijn we nog niet helemaal geacclimatiseerd. Er is veel aandacht besteed aan de groenvoorzieningen rondom de bebouwing van de fabriek. Dat zou je hier niet verwachten.
Tenslotte komen we bij het meertje waar volgens onze informatie uit het verslag van Peter Harris een rijk vogelleven aanwezig zou zijn. Het overtreft onze stoutste verwachtingen. Aan de overzijde van het meer, langs de oever zien we een stuk of 10 Lesser Adjudants, 5 Wooly-necked Storks, 15 Asian Open Bill, 5 Painted Storks, een groep van 20 stuks White Ibis en 5 Eurasian Spoonbills. Natuurlijk ook hier diverse reigersoorten zoals de Grey-Heron, Purple Heron , Pond Heron, Little Egret, Cattle Egret en Great White Egret. Boven de plas cirkelen Brahmany Kites, zowel volwassen exemplaren als juvenielen. In de bosjes langs de oever zien we Black Drongo’s, Little Green Bee-eater en White-breasted Kingfisher. Tussen het riet scharrelen Purple Swamphen en Black-winged Stilts. Het is werkelijk een waar vogelparadijs. Voldaan gaan we naar het hotel.  s ’Middags maken we weer een wandeling over het strand naar het Beira Marhotel. Hier vermaken ons we de rest van de middag prima bij het zwembad en terras met uitzicht over de Bagafields. Tegen de namiddag maak ik nog een wandeling ten zuiden van het Osborne Resort. Onder begeleiding van twee jongens, die zich bij me aansluiten wandelen we door de braakliggende rijstvelden naar een kleine poel. De poel wordt omsloten door een bosrand waar heel veel House Crows inzitten. Het lijkt een beetje op de film The Birds van Alfred Hitscock. Gelukkig ontbreekt de beklemmende spanning en is het een hele leuke relaxte omgeving. Grappig is de kleine kapel aan de rand van de poel. Weer een overblijfsel van de Portugezen. Na deze heerlijke wandeling gaan we tenslotte ‘s avonds dineren bij Maggie en kijken terug op een geslaagde dag.

10 februari

Na de goede ervaringen van gisteren toen ik in de namiddag het gebied ten zuiden van het hotel bezocht, besluit ik vroeg in de morgen het gebied nogmaals te bezoeken. Verderop naar de heuvels zie ik al snel weer enkele nieuwe soorten waaronder de Whiskered Bulbul. Het is heerlijk ontspannend, zo dicht bij het hotel ongestoord door de prachtige omgeving te wandelen. Na het ontbijt vertrekken we met de groep voor een tour naar Old Goa de voormalige hoofdstad van Goa. De indertijd door de Portugezen gebouwde kathedralen zijn werkelijk schitterend. Old Goa heeft een fantastische bloeitijd meegemaakt. Van de huizen is er niet veel meer over. De hele stad is indertijd verplaats naar het huidige Panaij. Grote epidemieën hebben er voor gezorgd dat men de stad ontvlucht is, waarna het verval is begonnen. Het interieur van de kerken is fabelachtig mooi, veel ornamenten zijn bedekt met bladgoud. De wanden zijn beschilderd met Bijbelse taferelen. Het bezoek is werkelijk de moeite waard. s ‘Middags gaan we naar Panaij de huidige hoofdstad van Goa. We bezoeken de markt waar een lucht hangt die bestaat uit een mengeling van vis en kruiden. De markt is heel schilderachtig en druk. Het is bijna onmogelijk door de mensenmassa heen te komen. Uiteindelijk besluiten we de markt te verlaten en de binnenstad op te zoeken. Het chaotische verkeer, het getoeter en de ook hier weer aanwezige mensenmassa is boeiend om te zien. Op een heuvel in de stad ligt de kathedraal van Panaij. Nog niet genoeg van kathedraal besluiten we ook deze te bezoeken. Een bij de ingang verblijvende man biedt ons aan een rondleiding te verzorgen. Duidelijk is wel dat deze kathedraal niet zo mooi is als die van Old Goa.
Het aanbod van onze gids om de klokkentoren te beklimmen slaan we natuurlijk niet af. Door een nauwe doorgang worstelen we ons via een draaitrap naar boven. Via de openingen waar de klokken in hangen kijken we uit over de stad. Het uitzicht hier is fenomenaal.
Na deze drukke dag is het goed toeven bij het zwembad van het hotel en we besluiten de rest van de dag ons gemak te nemen.

11 februari

Vandaag gaan we met z’n vieren een dagje varen. Enkele vakantievrienden hebben ons uitgenodigd een vaartocht te maken naar een zijrivier van de Mandoviriver. Om 9.00 uur vertrekken we met een taxi naar Cocobeach. Omdat we te vroeg aankomen, het tij is ongunstig om te vertrekken, besluiten we ter plaatse nog even een strandwandeling te maken.
Cocobeach is een echt vissersdorpje. Op het strand is veel bedrijvigheid. Enkele vissers zijn netten aan het repareren. Het is een leuk gezicht als je hun vingervlugheid ziet. Verderop liggen er visnetten te drogen. Op diverse plekken zijn vissers actief bezig. De vismethode is heel arbeidsintensief. Een zwemmer trekt het ene eind van het net mee de zee in en zwemt een halve cirkel langs het strand. De diameter van deze halve cirkel is ongeveer 100 meter. De netten zijn voorzien van drijvers en een met lood verzwaarde onderzijde. Als het net uitgezet is wordt het aan twee zijden ingehaald. Geleidelijk aan trekken de vissers het net binnen. De vangst valt tegen. Als je het afzet tegen de geleverde inspanning van minimaal 8 personen, die ca. een half uur bezig zijn dan is de opbrengst ter grootte van een emmer vol erg karig. Gelukkig wordt de arbeid verricht in een fantastisch decor van een exotisch palmenstrand in een paradijselijke omgeving. Dat maakt gelukkig veel goed! Om ca. 11.00 uur vertrekken we tenslotte voor  de vaartocht. Het kost vrij veel moeite door de branding te komen. Wat verder van de kust is de zee rustiger en genieten we van het uitzicht op het strand in de verte. Opmerkelijk zijn de scholen kleine visjes die links en rechts van de boot uit het water springen. Er komen er zelfs een paar in de boot terecht. De vaartocht naar de kreek voert langs een schitterend landschap en is een waar genoegen. De schipper heeft voor sandwiches en drank gezorgd die we ons goed laten smaken. In de kreek die steeds smaller wordt ontdekken we een Stork-billed Kingfisher, de eerste in deze vakantie. Het is een spectaculair beest met een voor zijn afmetingen enorme snavel. De vogel voert een prachtige show op als hij met een enorme snoekduik een vis verschalkt. Verderop ziet onze gids de eerste krokodil. Niemand van de groep slaagt er in het beest te zien omdat het dier al snel na de ontdekking onder water duikt. Gelukkig krijgen we een tweede kans. Verscholen onder het over het water hangende bladerdak  ligt een exemplaar van ca. 2 meter lengte. Waar de dinosauriërs uitstierven bleven de krokodillen voortbestaan. Wel iets om stil bij te staan.
Gezien de lange heen- en terugreis kunnen we niet al te lang in de kreek blijven en moeten we terug. Stijf van het zitten op de harde houten banken van de boot komen we tenslotte weer aan op het strand van Cocobeach. Gelukkig is het doel van de tocht, het waarnemen van de krokodil gelukt. 
  
12 februari

Na het ontbijt vertrekken we naar Baga-hill. Deze heuvel zou weer enkele andere vogelsoorten op kunnen leveren. De warmte is ook s ’morgenvroeg al drukkend. Zelf het beklimmen van deze kleine heuvel koste al de nodige inspanning en zweetdruppels. Smalle paadjes slingeren zich door het dichte struikgewas naar de top van de heuvel. Het blijft altijd lastig de vogels die we wel horen ook daadwerkelijk te zien. Op de lagere niveaus van de heuvel bevindt zich enige bebouwing. Hogerop heeft de natuur vrij spel. Hier ontdekken we een schitterend gekleurde Purple Sunbird. We zien verder niet veel vogels. Ik denk dat we hiervoor vroeger uit de veren moeten. Via een andere afdaling komen we weer bij de afschuwelijk lelijke brug over de rivier. De brug is een soort tunnelbuis van ruw beton en ziet er overigens wel  stevig uit. De aan- en afritten zijn voor personenauto’s bijkans onbegaanbaar. Aan de overzijde van de rivier bevindt zich de Baga-fields, een gebied dat altijd wel wat oplevert. Heerlijk ontspannen wandelen we door het gebied. Net als bij ons eerste bezoek is er ook nu weer veel te beleven en te zien. We zien o.a. Little Cormorant, Great- Little-Intermediate- en Cattle Egret. Daarnaast de alomtegenwoordige Indian Pond Heron. Onderweg zien we de Common Kingfisher, de White-throated Kingfisher, De Pied Kingfisher en de Stork-billed Kingfisher. Zo is er altijd wel wat te beleven. De lunch gebruiken we in Hotel Beira Mar. We besluiten de rest van de middag bij het zwembad van het hotel te blijven en een rustige middag te houden. ‘s Avonds maken we een wandeling inlands in zuidelijke richting. Al snel komen we in een woonwijk met wijd verspreid staande huizen. Aan de rand hiervan liggen enkele braakliggende akkertjes omgeven door bosschages. We genieten van rust van het platteland. Hier heeft de tijd stil gestaan. Veel werkzaamheden vinden hier nog handmatig plaats. Zelfs voor het oppompen van water is er een grote hefboom geplaatst. Terugkomend bij de bebouwing worden we vriendelijk toegelachen door een leuk tenger vrouwtje. Ze nodigt ons spontaan uit een kijkje in haar huis te nemen. De inrichting is sober en doelmatig. De kamer is donker en kaal. TV ontbreekt niet is de trots van de bewoners. Aan de achterzijde bevindt zich de stal. De koeien en bullen melden zich al aan de ingang en laten zich gedwee vastmaken op hun eigen plek in de stal. Onze gastvrouw Lourden nodigt ons uit mee te gaan naar hun barretje langs de hoofdweg. Hier gebruiken we enkele consumpties. Ook hier weer de karige inrichting die gelukkig volledig werd gecompenseerd door de gezellige Lourden. We spreken af later in de week nog eens langs te komen en wat foto’s te maken. Leuk zo ver van huis nieuwe vrienden te krijgen!!    

13 februari


Dit keer vertrekken we met een taxi naar Bondla. Om 6 uur ‘s morgens verlaten we het hotel.
Onze taxichauffeur Gregory is nog niet wakker!! Na enig geroep komt hij naar de voordeur. Vliegensvlug kleedt hij zich aan. Binnen 5 minuten vertrekken we. De rit naar Bondla neemt ongeveer twee uur in beslag. Opvallend is dat het landschap verder van de kust, de heuvels in, groener wordt. In Bondla wandelen we door het reservaat en ontdekken we alras enkele nieuwe soorten waaronder de Malabar Grey- Hornbill. Deze locale soort vliegt plotseling het pad over en verdwijnt hoog in de bomen. Het lukt me nog wel een stukje te filmen. Bij de ingang van de diergaarde komt een olifant met begeleider aangewandeld. Eigenlijk ongelooflijk dat zo’n kolossaal beest zich volledig laat beheersen door zijn nietige oppasser.
We lopen achter de olifant de diergaarde in. Niemand vraagt om een toegangskaartje. Een kassa zien we trouwens ook niet. Als we moeten betalen dan komen ze wel! Naar Europese begrippen is de huisvesting bijzonder slecht geregeld. Vervallen hokken herbergen o.a. een stel leeuwen en krokodillen. Ook de berenkuil ziet er verwaarloosd uit. Het is treurig om te zien dat de kraagberen, zo uitstekend aangepast voor het leven in de jungle, zich hier dood vervelen. Achter de berenkuil loopt een klein slootje. Op advies van mijn vrienden Hemme Batjes en Jan Zwaneveld, die een maand eerder ook in Goa waren, besluiten we een poosje aan de waterkant te gaan zitten. Toen zagen ze een Malabar Whistling Thrush een locale soort die je eigenlijk niet mag missen. Reeds na enkele minuten verschijnt de eerste Malabar Whistling Thrush gevolgd door een tweede die de eerste verjaagd. Leuk dat de voorspelling uitkomt. Het lukt me helaas niet een goede opname te maken. Het struikgewas en het beweeglijke gedrag verhinderen dat. Het geeft in ieder geval een goed gevoel deze nieuwe soort die nergens anders voorkomt gezien te hebben. Aan het eind van de morgen besluiten we terug te gaan naar de kust. Omdat we een stuk vroeger zijn dan we verwachten besluiten we wederom een bezoek te brengen aan het Carolimbinlake. Het blijft een fantastische ervaring langs de oever te wandelen. De vogelrijkdom is overweldigend. Opmerkelijk is het gedrag van de Purple-Swamhens. In Spanje hebben ze een verborgen levenswijze en zijn ze met veel moeite te ontdekken. Hier zien we er honderden in de open ruimte van het meer. Overigens is recent de soort afgesplitst en wordt de purperkoet van India ook wel de grijskoppurperkoet genoemd. De hitte wordt zo langzamerhand ondraaglijk en we besluiten naar het hotel te gaan. Gelukkig is het aan de kust met wind uit zee veel koeler dus  besluiten we een wandeling langs het strand te maken naar het Beira Mar Hotel, waar we ‘s avonds heerlijk dineren in de tuin.
   
14 februari

Na een vroeg ontbijt vertrekken we voor een strandwandeling in zuidelijke richting naar fort Aguada. Het is nog heerlijk rustig langs het strand. Eigenlijk is dit het mooiste tijdstip van de dag. Halverwege de wandeling zien we uit zee een White-bellied Fish Eagle aankomen. Een schitterend beest die met trage vleugelslagen het binnenland intrekt. Het is duidelijk dat het “echte” strandleven nog moet beginnen. Ligstoelen worden op hun plaats gezet en voorzien van een  ligkussen. Langzamerhand komen de eerste badgasten hun stekje bezetten. Ook de eerste strandverkopers, in het algemeen zigeuners, komen weer naar het strand. Natuurlijk wordt er ook bij ons aangedrongen, misschien moet je zeggen opgedrongen, iets van de koopwaar af te nemen. Gelukkig is men hier niet zo opdringerig als in Gambia. Hier laat men zich meestal na de tweede keer wel afpoeieren. In Gambia raak je ze gewoon niet meer kwijt tenzij je echt grof wordt De heuvel waarop het fort is gebouwd steekt enigszins uit in zee en lijkt een logische plaats voor zo’n vesting. Van hier uit kan het gehele strand overzien worden en is een verrassingsaanval overdag in ieder geval uitgesloten. Langs de randen van he fort bevindt zich enige begroeiing. Enkele bomen staan in volle bloei. Prachtige rode bloemen sieren de bomen. Niet alleen wij vinden ze aantrekkelijk. Ook diverse vogels zoals de Rosy Starling en de Jungle Crow en een klein soort eekhoorn geniet van het nectar. We besluiten naar de rivier te gaan die inlands evenwijdig aan de kust loopt. Onderweg vinden we een dode Asian Koel, een juveniel. Kennelijk aangereden door een bromfiets of zo iets.
De vogel is nog heel vers en zou prima opgezet kunnen worden! Op een hoog punt langs de oever gaan we even pauzeren. Een leuk plekje in de schaduw heeft een schitterend uitzicht over de rivier. Beneden onder een overhangende tak zien we een Common Kingfisher. In de verte boven de rivier vliegen Brahminy-Kites en Black Kites. In een kaal boompje enkele meters bij ons vandaan gaat een Coppersmith Barbet zitten. Het lukt me de vogel te filmen.
Het landschap van de rivier is echt indrukwekkend. De oevers zijn begroeid met mangrovemoeras. In de verte zien we een grote boogbrug. Het bruine water stroomt traag naar de monding van de rivier waar het zich vermengt met de Arabische Zee. Het lijkt ons leuk naar de brug in de verte te wandelen. De afstand is echter veel groter dan ze lijkt. Onderweg nemen we een lunch van friet met tomatenketchup en een koel drankje. Vervolgens laten we ons maar door een tuc tuc naar de brug vervoeren. Vlak voor de helling van de brug stappen we uit. Op een van de telegraafpalen langs de weg zien we onze eerste Indian Roller  een prachtige scharrelaarsoort. De naam scharrelaar ontlokt aan mijn partner een glimlach. De naamgeving van sommige soorten blijft leuk!! Op de brug zelf is niet veel te beleven. Doorlopen naar de overkant zien we geen van beiden zitten. De warmte is intussen ondraaglijk geworden. We gaan dan ook zo snel mogelijk met een taxi naar het hotel en nemen daar een frisse duik in het zwembad. De wandeling heeft best wel veel van ons gevergd dus gaan we ook ‘s avonds niet meer op pad en dineren we ons eigen hotel. De bediening valt tegen. Bij onze tafel is het behoorlijk donker. Een kaars is niet voorhanden en we moeten eindeloos wachten op onze bestelling. Dit is meteen de laatste keer dat we in ons eigen hotel eten!!

15 februari

Vandaag gaan we een fikse wandeling maken in noordelijke richting. Uiteindelijk is Morji beach ons einddoel. Over het strand lopen we naar de brug bij Baga Fields. Onderweg zien we weer diverse Kentish Plovers. Opmerkelijk is dat ze hier heel tam en goed benaderbaar zijn. Via de brug bereiken we de Bagahill. Langs de rotskust klauterend komen we bij diverse kleine strandjes. De omgeving is paradijselijk mooi. We besluiten nog even een duik te nemen. De volgende stop is het Anjuna beach. Hier rusten we even uit en nemen een drankje. Gezien de hitte besluiten we voor het laatste traject naar het Chapporafort een taxi te nemen. 
In de haven van het fort is weinig te beleven. Een beetje doelloos lopen we rond. We moeten naar de overkant van de rivier. De veerboot ligt ongeveer 5 km stroomopwaarts.
Een visserman stopt even met zijn werkzaamheden. Alsof  hij onze gedachten kan raden vraagt hij of we naar de overkant moeten. Dit aanbod slaan we niet af. Binnen enkele ogenblikken zitten we in de boot en koersen we naar Morjibeach. Morjibeach bestaat uit een enorm breed strand zonder begroeiing en is bekend vanwege het voorkomen van diverse meeuwen- en sternsoorten. We zijn helemaal alleen op het verlaten strand. Ria neemt een duik en ik ga op de enorme groep meeuwen af aan de zuidkant van de zandplaat. De groep  meeuwen bestaat uit o.a. Lesser Black-backed Gull, Herring Gull, Brown-headed Gull, Great Black-headed gull en Common Black-headed Gull. Ook sterns zijn goed vertegenwoordigd met o.a. Gull-billed Tern, Common Tern, River Tern, Sandwich Tern en Great-Crested Tern. Heel mooi is de Osprey die de groep verstoort en meteen aangevallen en verjaagd wordt. Het geeft een heerlijk vrij gevoel op deze zandplaat omgeven door het water van de Arabische zee en we besluiten hier voorlopig een poosje te blijven. Aan het eind van de middag besluiten we landinwaarts te lopen richting veerboot. Je kan merken dat er hier weinig toeristen komen. We hebben het idee dat we door iedereen nagestaard worden. Ook de normaal gesproken rustige honden slaan allemaal aan. E.e.a. geeft ons een enigszins beklemmend gevoel. De veerboot blijkt veel verder weg dan we denken. Aangezien we geen vervoer ontdekken moeten we noodgedwongen doorlopen. In het zicht van de veerboot biedt een tuc tuc zijn diensten aan. Nu zetten we maar even door en lopen het laatste stuk. De veerboot is een oude rammel bak en barstensvol geladen als hij arriveert. Er breekt een enorme chaos uit als iedereen al aan boord wil terwijl de voertuigen nog eerst aan land gezet moeten worden. Het gevolg is dat het vertrek uitgesteld wordt en het allemaal veel langer duurt dan strikt noodzakelijk is. Eindelijk vertrekt de veerboot en komt hakkelend en puffend op gang. Het is ongelofelijk als je ziet wat er allemaal op zo’n redelijk kleine boot past. Geen plek is onbezet. Na de oversteek, langs een half afgemaakte brug, arriveren we tenslotte aan de overkant. Ook hier weer dezelfde chaos van elkaar kruisend verkeer. Als voetganger kan je overal tussendoor piepen zodat we snel aan wal staan. We besluiten voorlopig maar de stank van uitlaatgassen te ontlopen en gaan te voet in zuidelijke richting. De warmte loopt langzamerhand op naar het kookpunt. We kunnen het aanbod van een taxichauffeur om ons naar de brug van het Bagabeach te brengen niet weerstaan. Na enig onderhandelen over de prijs worden we het eens en stappen in. De auto is naar ons idee minstens 30 jaar oud en plaatst ons terug in de tijd! Na een rit van ca. drie kwartier arriveren we bij restaurant Sunset. We bestellen een diner en genieten tijdens de maaltijd van het uitzicht over het strand en de zee. Het is en blijft een mooi punt aan de voet van de Bagahill. Een grote zwarte hond probeert bij Ria op schoot te kruipen. Gelukkig neemt hij ook genoegen met een zitplaats op een stoel. Vol verwachting kijkt hij ons aan. Uiteraard snappen we zijn bedoeling en stellen hem niet teleur. Als de zon ondergaat en het snel donker wordt gaan we via de brug naar de overkant naar Bagabeach, pikken daar een taxi op en gaan naar ons hotel.
We kunnen terugzien op een heel geslaagde en afwisselende dag.   
16 februari

Vandaag gaan we weer naar het Bagafield. We starten onze wandeling weer aan de uiterste noordpunt van het strand en lopen in eerste instantie richting brug. Langs de oever van de rivier staan enkele schamele tenten. Kleine kinderen lopen naakt en blootsvoets door het afval rond de tenten. De armoe is schrijnend. De vrolijkheid die ze uitstralen is er niet minder om. Wat zijn we toch bevoorrecht dat we zelf in een heel andere situatie geboren zijn!   
Het blijft een leuke wandeling die nooit verveeld. Op elk punt van onze route is er wel iets leuks te zien. We blijven zo veel mogelijk in de schaduw onder de bomen die langs de rivier groeien. Telkens verjagen we enkele Red-wattled Lapwings die steeds enkele tientallen meters verderop aan de oever weer gaan gaan foerageren. Gezien de afstand die ze in acht nemen is het onmogelijk de vogels te filmen. Het Beira Mar Hotel in de verte blijft trekken. Tenslotte als de hitte bijkans ondraaglijk wordt gaan we maar naar het terras. Het is heerlijk onder het genot van een halve literfles “Kingfisherbeer” een duik te nemen in het zwembad.
Vanmiddag gaan we naar Lourden. Na onze eerste kennismaking een paar dagen geleden gaan we nu terug om een aantal foto’s te maken en wellicht e.e.a. te filmen. Op de afgesproken tijd arriveren we bij het huis van Lourdin. Ze heeft er kennelijk nog niet helemaal op gerekend. Hartelijk nodigt ze ons uit binnen te komen. Haar man doet een slaapje op de grond in de woonkamer en kijkt ons enigszins verbouwereerd aan. We drinken een kopje thee en maken een praatje. De man van Lourden praat heel gebrekkig Engels en is bijna niet te verstaan. Gelukkig is dat anders gesteld met Lourden. Opmerkelijk voor India is het feit dat onze gastheer en vrouw net als wij ook katholiek zijn. Het is duidelijk dat de Portugezen tijdens hun verblijf in Goa hun stempel hebben gedrukt op de cultuur van deze mensen. Ook hun achternaam Da Costa is een rasechte Portugese naam. Op een gegeven moment vraagt Lourden of Ria een Sarie wil passen. Na enige aarzeling stemt Ria toe. Het is heel kunstig om te zien hoe Lourdin zonder gebruik te maken van spelden Ria omtovert in een inlandse Indiase vrouw. De man van Lourdin kamt nog even netjes het haar van Ria. Ze ziet er werkelijk schitterend uit. Als twee zussen wandelen ze naar buiten en krijg ik de gelegenheid ze te filmen en te fotograferen. Ook de buurman van Lourdin, conciërge van de plaatselijke school,  komt er bij en kijkt verbaast op als hij de modeshow ziet. Lourdin is intussen begonnen met de aanleg van een klein vuurtje. Aan brandstof geen gebrek! Een hoopje dode bladeren volstaat. In het vuurtje gooit ze een handje ongepelde olienoten die ze vervolgens roostert. Ze smaken heerlijk. Intussen komen de kinderen uit school. Twee meisjes en een jongen. Ze storten zich meteen op de geroosterde noten en eten ze smakelijk op. Lourdin wil de kinderen graag gezamenlijk op de foto. Erg gewillig zijn ze niet. Per slot van rekening zitten ze niet aan een touwtje. Uiteindelijk na veel overredingskracht lukt het enkele foto’s te maken. Opa, de voormalige Bullfighter, poseert wel bereidwillig bij de stal.
Lourdin bakt tenslotte nog enkele kleine pannenkoekjes die we met smaak verorberen. Wat zijn deze mensen toch hartelijk. Het is in onze cultuur ondenkbaar dat je zomaar spontaan met vreemde mensen zo’n contact aan gaat. Het geeft ons in ieder geval een warm gevoel van binnen.
Als het donker wordt gaan we terug naar het hotel en kijken we terug op een afwisselende dag waar we weer echt van genoten hebben.    

17 februari

De vorige dag had ik een afspraak gemaakt met de buurman van Lourdin om ‘s morgenvroeg naar een bron in de bergen te gaan. Hij zou me de weg wijzen. Stipt om 6.30 uur meld ik me bij zijn schamele woning. Zijn  vrouw nodigt mij uit naar binnen te komen en biedt me een kop thee aan. Mijn gids is nog niet klaar en is ijverig bezig zijn tanden te poetsen. Het eerste wat aan hem opvalt als je hem voor de eerste keer ziet is het slechte gebit. Zeker de helft van zijn voortanden is verdwenen. Berouw komt zeker na de zonde! Het is heerlijk koel als we op pad gaan naar de poel waar het kleine kapelletje staat. Het is wonderlijk dat deze kleine kapel in zo’n goede staat de tand des tijds heeft doorstaan. Een flinke wandeling voert ons eerst door de braakliggende rijstvelden en later door wat kreupelhout hogerop de heuvels in. De laatste etappe voert door dicht kreupelhout. Opeens komen we op een open plek en zien we een kleine bron. Uit een steil stuk rots sijpelt een klein straaltje heerlijk fris water. Volgens mijn metgezel goed drinkbaar en heel gezond. Als je je hier verdekt op zou stellen dan maak je volgens mij een goede kans wat leuke vogelsoorten te filmen. Helaas ontbreekt hiervoor de tijd en gaan we, na onze dorst gelest te hebben weer terug naar het dorpje. 

De wandeling richting Anjunabeach van enkele dagen geleden was zo goed bevallen dat we besluiten vandaag eens een rustig strandje op te zoeken naast de Bagahill langs de rotsachtige kust en de drukte van het strand te vermijden. Ook hier worden we aangesproken door een verkoper van blikjes limonade. Omdat er verder niets te koop is en de prijs niet veel hoger is dan aan het gewone strand besluiten we e.e.a. aan te schaffen. Het is heerlijk rustig met alleen het ruisen van de zee op de achtergrond. Tussen de rotsen zien we veel kleine visjes zwemmen. Een rifreiger en een gewone ijsvogel probeert hiervan een graantje mee te pikken.      
Na een poosje zalig nietsdoen verschijnt er een klein ondeugend jongetje. Zoals elders op het strand bestaat zijn koopwaar uit armbandjes, oorbelletjes en andere prullaria. Dit keer laten we ons overhalen iets aan te schaffen. De vraagprijs is behoorlijk hoog. Als een volleerd verkoper probeert hij ons over te halen iets aan te schaffen. Niet van plan het onderste uit de kan te halen kopen we tenslotte een paar zilverkleurige enkelbandjes. Omdat hij kennelijk een goede prijs heeft gemaakt krijg ik als “gift” een leren armband. Na een gezellig praatje schudt hij ons de hand en gaat voldaan naar zijn thuisbasis. Een bijdehand kereltje!! Na de rest van de dag gelummeld te hebben gaan we nog even naar het Beira Mar Hotel voor een hartig hapje en genieten daar nog even van het uitzicht over de prachtige vlakte van Bagafields. We hebben weer een heerlijke relaxte dag achter de rug zonder veel avontuur en actie. Een beetje gas terugnemen is ook wel eens op zijn plaats.  

18 februari

Via kennissen uit het hotel horen we van de mogelijkheden van het openbaar vervoer. Je kan met de stadsbus bijvoorbeeld naar Ponda. Om de 10 minuten komt er wel een bus. De zitplaatsen zijn smal en sober. De bus rammelt aan alle kanten en wordt echt afgeladen. De prijs is slechts enkele dubbeltjes. Buskaartjes worden niet verstrekt! Bij elke halte wordt door gefluit en geschreeuw de bus aan geprijsd door de conducteur die zich in niets onderscheid van zijn passagiers. Ook de chauffeur heeft geen uniform aan. Het is echt een belevenis dit een keer mee te maken. In Panaji  moeten we overstappen. De mensenmassa bij het busstation, dat gelegen is aan de rand van Panaji vlakbij de haven, is chaotisch vol met schreeuwende conducteurs die hun bus aanprijzen. Claxonnerende bussen, tuc tucs en taxi’s maken de chaos compleet. Hoe moeten we in godsnaam onze aansluiting naar Ponda vinden? Bij navraag weet gelukkig iedereen welke bus we moeten hebben. Bovendien wordt de naam Ponda razendsnel herhaald door de conducteur van de bus. Na enkele minuten vertrekt de bus en een andere neemt snel zijn plaats in. Ponda is weer zo’n typische Indiase stad. Smerig, druk, koeien op straat, veel claxonnerende auto’s en een enorm aanbod van scooters en bromfietsen. Bij het busstation nemen we een tuc tuc. Het doel van ons bezoek aan Ponda is een aantal tempels te bezoeken. We hebben een klein landkaartje en wijzen hierop aan waar we heen willen. De tempelcomplexen zijn vrij toegankelijk. Meestal wel ommuurd en slechts te betreden via een brug of poort. Elke tempel heeft een vrijstaande toren met afbeeldingen van goden en doet wat het model betreft denken aan de toren van Pisa. Het hoofdgebouw is alleen te betreden op blote voeten. Schoenen dus uittrekken. In het gebouw zijn monniken bezig met het gebed. We vinden het enigszins gênant hiernaar te kijken en houden de bezoeken in de tempel kort. We wandelen wel om alle tempels heen om de architectuur te bewonderen. Het geeft ons een beetje een “Efteling” idee. De terugweg voert ons langs de Geigy-factory. Het eerdere bezoek is zo goed bevallen dat we besluiten het meertje nog een keer te bezoeken. Via de gebruikelijke procedure bij de ingang van de fabriek (inschrijven!!) wandelen we nu rechtstreeks naar het meer. De vogelrijkdom is nu nog veel groter dan tijdens ons eerdere bezoek. Vooral  het aantal Brahminy-kites boven de plas is indrukwekkend, minstens 50 stuks.  Langs de oever aan de overzijde weer een tiental Lesser Adjudants, een tiental Woolly-necked Storks een groepje Asian Openbills en verspreid enkele Painted Storks. Omdat het Carolimbinlake dichtbij is gaan we daar ook nog even naar toe. Nieuw hier is de enige Glossy Ibis die we in de vakantie hebben gezien. Opmerkelijk is dat net als tijdens on vorige bezoek, enkele mannen midden op de grasvlakte langs de oever van het meer hun behoefte doen. Schaamtegevoel  kent men hier kennelijk niet! ‘s Avonds wandelen we langs het strand naar het Beira Mar Hotel en genieten daar van het diner.
Wederom een fantastische en vooral een actieve dag achter de rug.

19 februari

‘s Morgensvroeg Saligozor bezocht. Deze bron ligt niet ver van ons hotel en beslaat een kleine plas omzoomd met prachtig oerwoud. De bewoners die er vlakbij wonen, zijn kennelijk niet zo gesteld op ons bezoek, gezien de afkeurende blikken naar onze chauffeur. We besluiten dan maar niet al te lang te blijven en gaan met de bus naar Panaij voor een dagje winkelen. s ‘Middags luieren we wat bij het zwembad van het hotel en rusten we enigszins uit van een best wel actieve vakantie. Morgen vertrekken we weer naar Nederland. We kijken terug op een fantastische vakantie in Goa en kunnen iedereen aanbevelen hetzelfde te doen als wij. Ook als je niet naar vogels kijkt is er voldoende te beleven en te genieten van het uitzonderlijk gastvrije India.  

Waarnemingen:


Naam Name Wetenschappelijke naam
Bruine Rotsspekvreter Indian Chat or Brown Rock-Chat Cercomela fusca
Aziatische Palmgierzwaluw Asian Palm-Swift Cypsiurus balasiensis
Bosruiter Wood Sandpiper Tringa glareola
Poelruiter Marsh Sandpiper Tringa stagnatilis
Tureluur Common Redshank Tringa totanus
Zwarte Ruiter Spotted Redshank Tringa erythropus
Oeverloper Common Sandpiper Tringa hypoleucos
Zwarte Roodborsttapuit Pied Bushchat Saxicola caprata
Kemphaan Ruff Philomachus pugnax
Watersnip Common Snipe Gallinago gallinago
Junglemaina Jungle Myna Acridotheres fuscus
Witborstwaterhoen White-breasted Waterhen Amaurornis phoenicurus
Roodstuitzwaluw Red-rumped Swallow Hirundo daurica
Indische Klifzwaluw Streak-throated Swallow Hirundo fluvicola
Huiszwaluw Northern House-Martin Delichon urbica
Roodborsttapuit Europese Stonechat Saxicola rubicola
Mangrovereiger Striated Heron or Little Heron Butorides striatus
Bruine Kiekendief Western or Eurasian Marsh-Harrier Circus aeruginosus
Blauwe Kiekendief Northern Harrier or Hen Harrier Circus cyaneus
Besrasperwer Besra Accipiter virgatus
Torenvalk Common Kestrel Falco tinnunculus
Grijze Wouw Black-winged Kite Elanus caeruleus
Blauwe Rotslijster Blue Rock-Thrush Monticola solitarius
Indische Ralreiger Indian Pond-Heron Ardeola grayii
Groenpootruiter Common Greenshank Tringa nebularia
Kwak Black-crowned Night-Heron Nycticorax nycticorax
Rossige Woudaap Cinnamon Bittern Ixobrychus cinnamomeus
Kleine Vorkstaartplevier Small Pratincole Glareola lactea
Indische Kievit Red-wattled Lapwing Vanellus indicus
Strandplevier Kentish Plover or Snowy Plover Charadrius alexandrinus
Kleine Plevier Little Ringed Plover Charadrius dubius
Middelste Ziverreiger Intermediate Egret Ardea intermedia
Witte Kwikstaart White Wagtail Motacilla alba
Malabarensalangaan Indian Swiftlet Aerodramus unicolor
IJsvogel Common Kingfisher Alcedo atthis
Ooievaarsbekijsvogel Stork-billed Kingfisher Pelargopsis capensis
Malabarenkuifleeuwerik Malabar Lark Galerida malabarica
Zwartkapijsvogel Black-capped Kingfisher Halcyon pileata
Indische Bonte Kwikstaart White-browed Wagtail Motacilla madaraspatensis
Bonte IJsvogel Pied Kingfisher Ceryle rudis
Chinese Spoorkoekoek Greater Coucal Centropus sinensis
Langstaartsnijdervogel Common Tailorbird Orthotomus sutorius
Pruimkopparkiet Plum-headed Parakeet Psittacula cyanocephala
Grote Pieper Richard's Pipit Anthus richardi
Bronsvleugeljacana Bronze-winged Jacana Metopidius indicus
Zwarte Ibis Glossy Ibis Plegadis falcinellus
Indische Witte Ibis Black-headed Ibis Threskiornis melanocephalus
Lepelaar Eurasian Spoonbill Platalea leucorodia
Gekroonde Boomgierzwaluw Crested Treeswift Hemiprocne coronata
Indische Nimmerzat Painted Stork Mycteria leucocephala
Zomertaling Garganey Anas querquedula
Waterfazant Pheasant-tailed Jacana Hydrophasianus chirurgus
Indische Aalscholver Indian Cormorant Phalacrocorax fuscicollis
Steltkluut Black-winged Stilt Himantopus himantopus
Bisschopsooievaar Woolly-necked Stork Ciconia episcopus
Koningsdrongo Black Drongo Dicrurus macrocercus
Javaanse Maraboe Lesser Adjutant Leptoptilos javanicus
Langstaartklauwier Long-tailed Shrike Lanius schach
Huisgierzwaluw Little Swift Apus affinis
Indische Gaper Asian Openbill Anastomus oscitans
Gestreepte Prinia Graceful Prinia Prinia gracilis
Parelhalstortel Spotted Dove Streptopelia chinensis
Krakeend Gadwall Anas strepera
Grijskoppurperkoet Grey-headed Swamp-hen Porphyrio poliocephalus
Witwangstern Whiskered Tern Chlidonias hybridus
Meerkoet Common Coot or Eurasian Coot Fulica atra
Blauwe Reiger Grey Heron Ardea cinerea
Indische Fluiteend Lesser Whistling-Duck Dendrocygna javanica
Purperreiger Purple Heron Ardea purpurea
Wintertaling Common Teal Anas crecca
Arendbuizerd Long-legged Buzzard Buteo rufinus
Smyrnaijsvogel White-throated Kingfisher Halcyon smyrnensis
Coromandeleend Cotton Pygmy-goose Nettapus coromandelianus
Roodkruinzwaluw Wire-tailed Swallow Hirundo smithii
Indische Dwergaalscholver Little Cormorant Phalacrocorax niger
Huismus House Sparrow Passer domesticus
Zwartkopwielewaal Black-hooded Oriole Oriolus xanthornus
Rosse Boomekster Rufous Treepie Dendrocitta vagabunda
Huiskraai House Crow Corvus splendens
Indisch Paapje Indian Robin Saxicoloides fulicata
Roodbuikbuulbuul Red-vented Bulbul Pycnonotus cafer
Grijskopbuulbuul Grey-headed Bulbul Pycnonotus priocephalus
Halsbandparkiet Rose-ringed Parakeet Psittacula krameri
Blauwstaartbijeneter Blue-tailed Bee-eater Merops philippinus
Roodrugbabbelaar Rufous Babbler Turdoides subrufus
Shamalijster White-rumped Shama Copsychus malabaricus
Witbuikzeearend White-bellied Sea-Eagle Haliaeetus leucogaster
Geelsnavelhoningvogel Pale-billed Flowerpecker Dicaeum erythrorhynchos
Zwartkapiora White-tailed Iora or Marshall's Iora Aegithina nigrolutea
Aziatische Paradijsmonarch Asian Paradise-Flycatcher Terpsiphone paradisi
Indische Scharrelaar Indian Roller Coracias benghalensis
Hop Eurasian Hoopoe Upupa epops
Kleine Menievogel Small Minivet Pericrocotus cinnamomeus
Merel Eurasian or Common Blackbird Turdus merula
Koereiger Cattle Egret Bubulcus ibis
Grijze Drongo Ashy Drongo Dicrurus leucophaeus
Rotsduif Rock Dove or Common Pigeon Columba livia
Gele Kwikstaart Blue-headed Wagtail Motacilla flava
Roodoorbuulbuul Red-whiskered Bulbul Pycnonotus jocosus
Malabarentok Malabar Grey-Hornbill Ocyceros griseus
Malabarenfluitlijster Malabar Whistling-Thrush Myophonus horsfieldii
Brahmaanse Wouw Brahminy Kite Haliastur indus
Blauwe Pauw Indian Peafowl Pavo cristatus
Roze Spreeuw Rosy Starling Sturnus roseus
Indische Koël Asian Koel or Common Koel Eudynamys scolopacea
Kopersmid Coppersmith Barbet Megalaima haemacephala
Kokmeeuw Black-headed Gull Larus ridibundus
Zwarte Wouw Black Kite Milvus migrans
Zilvermeeuw Herring Gull Larus argentatus
Reuzenzwartkopmeeuw Great Black-headed or Pallas's Gull Larus ichthyaetus
Bruinkopmeeuw Brown-headed Gull Larus brunnicephalus
Visarend Osprey Pandion haliaetus
Visdief Common Tern Sterna hirundo
Grote Kuifstern Great Crested-Tern or Crested Tern Sterna bergii
Wulp Eurasian Curlew Numenius arquata
Rivierstern River Tern Sterna aurantia
Kleine Mantelmeeuw Lesser Black-backed Gull Larus graellsi
Dunbekmeeuw Slender-billed Gull Larus genei
Lachstern Gull-billed Tern Sterna nilotica
Koningsstern Royal Tern Sterna maxima
Grote Stern Sandwich Tern Sterna sandvicensis
Westelijke Rifreiger Western Reef-Egret Egretta gularis
Kleine Groene Bijeneter Green Bee-eater Merops orientalis
Wielewaal Eurasian Golden-Oriole Oriolus oriolus
Kleine Zilverreiger Little Egret Egretta garzetta
Groene Baardvogel White-cheeked Barbet Megalaima viridis
Grijskopspreeuw Chestnut-tailed Starling Sturnus malabaricus