01 september, 2024

Spotvogel  Hippolais icterina

De Spotvogel is een zomergast die slechts drie maanden in ons land verblijft om te broeden, waarna hij het grootste deel van het jaar doorbrengt in tropisch Afrika. Het is een kleine zangvogel uit de familie van grasmussen, herkenbaar aan zijn olijfgroene rug en gele keel en buik. Deze soort komt voornamelijk voor in Europa en Azië en bewoont verschillende habitats, zoals bossen, parken en tuinen. De Spotvogel staat bekend om zijn prachtige zang, die hij vaak vanuit een verborgen positie in een boom of struik ten gehore brengt. Zijn liedje bestaat uit een combinatie van verschillende noten en melodieën, die vaak worden herhaald. Soms bootst hij ook andere vogelsoorten na. Vanaf eind april en begin mei keert hij terug naar zijn broedgebieden. Het nest van de Spotvogel wordt meestal laag bij de grond gebouwd in struiken of bomen en bestaat uit 4 tot 5 eieren, die door het vrouwtje worden uitgebroed. De Spotvogel voedt zich voornamelijk met insecten zoals vlinders, libellen en andere kleine insecten, die hij tussen de bladeren van bomen en struiken zoekt. Soms eet hij ook fruit en bessen. Hoewel de Spotvogel niet als bedreigd wordt beschouwd, is zijn aantal in de laatste jaren wel afgenomen. Deze vogelsoort wordt af en toe waargenomen in de omgeving van de Poldervaart. 




Fuut  Podiceps cristatus

De Fuut is een middelgrote watervogel die wijdverspreid is over Europa. Futen kunnen worden gevonden op verschillende soorten wateren, van kleine vijvers tot grote meren en zelfs op zee. Ze hebben de voorkeur voor helder water met een rijke vegetatie, waarin ze zich kunnen verschuilen en voeden. De Fuut heeft een slank postuur met een opvallend uiterlijk, met een lange nek en een puntige snavel. Het verenkleed van de Fuut kan verschillen afhankelijk van het seizoen en de leeftijd. In de zomer heeft de Fuut een prachtig 'prachtkleed', met een glanzend zwart witte kop, een rode kraag en donkere pluimen achter het oog. De nek is zwart-wit gestreept en de bovenzijde van het lichaam is zwart van achteren en wit van voren. De buik en flanken zijn wit. In de winter verliest de Fuut zijn rode kraag en worden de kleuren doffer. De kop en nek zijn dan meer grijsbruin van kleur. De poten van de Fuut zijn zwart en relatief kort, met zwemvliezen aan de tenen die hem in staat stellen om snel en behendig door het water te bewegen. De Fuut is een uitstekende zwemmer en duiker, en is vaak te vinden op meren, rivieren en andere waterrijke gebieden. Hij voedt zich met kleine visjes, insecten, kikkers en andere waterdieren. Tijdens het broedseizoen bouwen futen drijvende nesten van plantaardig materiaal op het water. Het vrouwtje legt vervolgens 3 tot 7 eieren, die door beide ouders worden uitgebroed. Futen staan ook bekend om hun opvallende paringsrituelen, waarbij het mannetje en vrouwtje elkaar met hun snavels aanraken, hun koppen omhoog uit het water steken en vervolgens samen onderduiken. Futen zijn op veel plekken in de Poldervaart te zien. 

 




Rüppell's Gier   Gyps rueppelli

De Rüppell’s Gier hoort eigenlijk niet thuis in dit boekje. In dit geval was er sprake van een ontsnapte vogel. Op 14 april 2023 werd de vogel op diverse plekken gemeld. Er ontspon zich een flinke discussie op de sociale media of de vogel wel een wilde oorsprong had. Uiteindelijk werd bekend dat de vogel was ontsnapt uit Diergaarde Blijdorp. Dat de vogel er voor koos een tussenlanding te maken op het dak van een boerderij ter hoogte van de Joppelaan, bijna op een steenworp afstand van mijn huis is voor mij als fotograaf een geluk. Mijn buurmeisje Fleur kwam aanbellen om me te waarschuwen dat deze bijzondere vogel op deze plek was geland. Uiteraard ging ik terstond even kijken en kon nog wat leuke opnamen maken voordat de vogel opvloog en in noordelijk richting uit beeld verdween. De Rüppell's Gier is een grote vogel die behoort tot de familie van de gieren. Het is een van de hoogst vliegende vogels ter wereld, met een recordhoogte van meer dan 11.000 meter boven zeeniveau. Deze Gieren voeden zich voornamelijk met aas, maar ze jagen ook op kleine dieren zoals hagedissen, knaagdieren en vogels. Ze zijn te vinden in grote delen van Afrika, voornamelijk in droge en bergachtige gebieden.


 

Bosrietzanger Acrocephalus palustris

Een van de laatste zomervogels die in Nederland arriveert, is de Bosrietzanger. Deze vogel komt pas vanaf half mei binnen uit zijn overwinteringsgebieden in Oost-Afrika en blijft tot diep in juni komen. Je kunt de Bosrietzanger vooral vinden in ruige gebieden en droge rietkragen met veel brandnetels en wilgenroosjes. De Bosrietzanger lijkt uiterlijk sterk op de kleine karekiet, maar is te onderscheiden op basis van zijn gevarieerde imitatiezang en habitat. Van dichtbij kun je subtiele verschillen zien, zoals een kortere, dikkere snavel, een iets meer grijsgroene tint in het bruin, iets gelere flanken, een iets rondere kopvorm en soms licht geelroze poten (in tegenstelling tot de grijze poten van de kleine karekiet). Er is geen verschil tussen het mannetje en vrouwtje. De Bosrietzanger heeft ongeveer het hoogste broedsucces van alle zangvogels, namelijk 65%. Uit onderzoek is gebleken dat Bosrietzangers veel Afrikaanse vogelsoorten imiteren, waarvan ze de zang hebben opgepikt tijdens hun eerste overwintering in Afrika. Deze vogel komt overal in de directe omgeving van de Poldervaart voor.





Dodaars Tachybaptus ruficollis

De Dodaars, een kleine watervogel behorend tot de familie van de futen, heeft een kenmerkend uiterlijk. Zijn bruinrode kop met zwarte pet en witte bles bij de snavelbasis maken hem gemakkelijk te herkennen. Het lichaam van de Dodaars is bruingrijs van kleur en past perfect bij zijn leefomgeving. Deze watervogel is voornamelijk te vinden in ondiepe, stilstaande wateren zoals vijvers, moerassen en meren, waar hij jaagt op kleine visjes, insectenlarven en kikkers. Tijdens het broedseizoen bouwt het mannetje van de Dodaars een drijvend nest van plantenresten op het water, waar het vrouwtje 4-6 eieren legt. Beide ouders broeden de eieren uit en zorgen voor de kuikens totdat ze oud genoeg zijn om zelfstandig te zwemmen en voedsel te vinden. De Dodaars staat bekend als een vrij schuwe vogel die zich vaak verstopt tussen de waterplanten om te rusten of te broeden. De vlucht van de Dodaars is opmerkelijk omdat hij vaak een korte aanloop neemt op het water en dan met een snelle vleugelslag opstijgt. Soms overwinteren deze vogels op of in de omgeving van de Poldervaart.





Kleine Karekiet Acrocephalus scirpaceus

De Kleine Karekiet is een echte moerasbewoner met een opvallende, krassende en staccato zang, waarbij altijd een "krr-krr-kiet-kiet-kiet"-achtige strofe te horen is. Deze trekvogel vliegt in de winter naar Afrika en keert terug naar zijn broedgebieden in Europa vanaf eind april en begin mei. Ze zijn te vinden in moerassen, rietvelden en andere natte gebieden waar ze zich kunnen verschuilen en nesten kunnen bouwen. Het nest van de Kleine Karekiet is gemaakt van rietstengels en ander plantenmateriaal en is bevestigd aan stengels in het rietveld. De Kleine Karekiet staat bekend om zijn luide en karakteristieke zang, die bestaat uit verschillende herhaalde tonen en melodielijnen. Hun zang is vaak te horen in de vroege ochtend en late avond, wanneer ze op zoek zijn naar een partner of hun territorium willen afbakenen. Ze voeden zich voornamelijk met insecten, zoals muggen, vliegen en libellen, die ze zoeken tussen de bladeren en stengels van het riet en andere planten. Hun dieet kan ook aangevuld worden met spinnen en kleine ongewervelden. Hoewel de Kleine Karekiet niet bedreigd wordt, is hun aantal de laatste jaren wel afgenomen. Dit kan te wijten zijn aan veranderingen in hun habitat, zoals de afname van geschikte nestplaatsen en voedselbronnen. Overal langs de Poldervaart waar rietranden zijn te vinden komt de Kleine Karekiet veelvuldig voor.