Holenduiven komen voor in gebieden waar boerderijen, akkers, weilanden en bosschages elkaar afwisselen. Hier vindt de holenduif het meeste van zijn gading. Het nest wordt gemaakt in een holte, maar daartoe kunnen allerlei plekken dienst doen. Hoewel de grootste dichtheden worden gehaald op zandgronden met kleinschalige landbouw, wat onder druk staat, doet de holenduif het opvallend goed. De Holenduif is kleiner dan de houtduif (en zonder witte banen op de bovenvleugels), ongeveer even groot als stadsduif. Holenduiven hebben een blauwgrijs verenkleed met groen glanzende halsvlek. De onder vleugels zijn grijs en de bovenvleugels licht blauwgrijs met twee zwarte strepen, donkere achterrand en vleugelpunt. Hij heeft een brede zwarte eindband aan de staart. Vliegt meer compact en direct dan houtduif.
Het geluid wat hij produceert lijkt op de stadsduif en is een laag en ritmisch gekoer.
Holenduiven zijn zeer schuw en heel moeilijk te fotograferen.
Gegevens ontleent aan Vogelbescherming.nl