01 september, 2024

Bruine Kiekendief Circus aeruginosus

Van de Kiekendieven die in Nederland voorkomen, is de bruine kiekendief verreweg de algemeenste. De Bruine Kiekendief is een middelgrote roofvogel die voornamelijk in Europa en Azië voorkomt. Het is een slanke en wendbare vogel die bekend staat om zijn kenmerkende manier van jagen. Het mannetje is lichter van kleur dan het vrouwtje en heeft een grijze kop en borst. Het vrouwtje heeft een donkerbruine kleur met een lichtere beige kop. De vleugels zijn smal en lang, met een opvallende kromming aan de uiteinden. De Bruine Kiekendief leeft voornamelijk in open gebieden zoals moerassen, graslanden en akkers. Ze zijn voornamelijk te vinden in Europa en Azië. Het zijn trekvogels die in de winter naar het zuiden trekken. De Bruine Kiekendief staat bekend om zijn kenmerkende manier van jagen, waarbij hij laag over de grond zweeft en gebruik maakt van zijn scherpe ogen om prooien te spotten. Hij jaagt voornamelijk op kleine zoogdieren zoals muizen, konijnen en mollen, maar ook op vogels, reptielen en amfibieën. Het broedseizoen van de Bruine Kiekendief begint in april. Het vrouwtje bouwt samen met het mannetje een nest van takken en gras op de grond of in een lage struik. Het vrouwtje legt meestal 4 tot 5 eieren en beide ouders broeden om de beurt gedurende ongeveer 30 dagen. De jongen worden na ongeveer 6 weken vliegvlug en verlaten het nest. Helaas is de populatie van Bruine Kiekendieven in sommige delen van hun leefgebied afgenomen.  Is broedvogel geweest in een rietveld bij de Kandelaar. 




Geoorde Fuut  Podiceps nigricollis

De Geoorde Fuut is een kleine tot middelgrote watervogel weideverspreid in Europa. In het prachtkleed is de kop, hals en bovenzijde zwart. Achter het rode oog bevindt zich een waaier van goudgele pluimen. De kruinveren zijn goudkleurig verlengd en de flanken zijn kastanjebruin, terwijl de onderkant wit is. In het winterkleed is de bovenste helft van de kop zwart tot onder het oog, terwijl de onderste helft van de kop wit is. De voorkant van de hals is grijs met wit, de achterkant grijsbruin. De bovenzijde is zwartbruin en de onderzijde is wit met een opgewipt snaveltje. Geoorde Futen zijn uitstekende zwemmers en duikers die vooral leven in ondiepe, rustige wateren, zoals meren, vijvers en moerassen. Ze voeden zich hoofdzakelijk met vis, maar eten ook andere waterdieren zoals insecten, kikkers en schaaldieren. Tijdens het broedseizoen bouwen geoorde futen drijvende nesten van waterplanten op het wateroppervlak. Het vrouwtje legt meestal 2-4 eieren, die beide ouders afwisselend bebroeden. Na ongeveer 20-30 dagen komen de eieren uit en worden de jongen gedurende enkele weken gevoed door hun ouders voordat ze zelfstandig genoeg zijn om te zwemmen en te duiken. In de Kandelaarplas worden soms Geoorde Futen waargenomen.





Sperwer  Accipiter nisus

Als je vogels voert in je tuin trekt dat niet alleen   zangvogels aan maar kan er ook plotseling een Sperwer opduiken die probeert een vogeltje te vangen. Daarom is het ook belangrijk dat vogels snel dekking kunnen zoeken en zo kunnen ontkomen aan de Sperwer. Aan de andere kant is het ook een onderdeel van de natuur en zorgt de natuurlijke selectie ervoor dat onvoorzichtige vogels het slachtoffer van de Sperwer worden. Het meest opvallend aan de Sperwer is de gele iris, de fijn gebandeerde borst en de dunne maar krachtige, gele poten. Sperwers hebben stompe vleugels met een relatief groot oppervlak.  Opvallend is het grote verschil in afmeting tussen mannetje en vrouwtje. Vrouwtjes zijn veel groter en zwaarder dan mannetjes en jagen op grotere prooien zoals houtduiven. Mannetjes vangen voornamelijk zangvogeltjes. Zo wordt uiteindelijk het aanbod aan prooi vergroot wat natuurlijk ook weer ten goede komt aan de overleving kansen van de soort. De volwassen Nederlandse Sperwers zijn standvogel, jonge dieren verplaatsen zich soms over forse afstanden richting het zuidwesten. De voorjaarstrek vindt vooral tussen half maart en half april plaats, langs de kust deels gestuwd. Opvallender, vanwege grotere aantallen, is de najaarstrek. Deze is geconcentreerd in oktober en begin november. Is regelmatig broedvogel geweest in het Prinses Beatrixpark.



    



Koolmees  Parus major

De Koolmees is kleiner dan de Huismus en heeft een opvallende zwarte kop met een witte wang, zijn rug is groenachtig en hij heeft blauwgrijze vleugels met een witte vleugelstreep. De onderzijde is geel met een zwarte lengtestreep in het midden die bij het mannetje breder is dan bij het vrouwtje. Ze zijn zeer algemeen. Hij broedt in bossen, bosschages, heggen, parken en tuinen en is standvogel. In de zomer eten koolmezen insecten en insectenlarven. Na de broedtijd ook zaden. De zang, die je al kan horen vanaf de winter, is veelzijdig en gevarieerd. Ze herkennen zelfs elkaars zang. Met enige oefening is het mogelijk om de zang van individuele vogels te herkennen. Hij roept onder andere 'pienk pienk', tweelettergrepig 'sie twiet' of scheldend 'tsjè tsjè tsjè'. Ze maken graag gebruik van nestkasten met een invliegopening van 30 tot 32 mm. Koolmezen vullen het nest aan met onder andere mos, droog gras, haar, wol en veren. Uit onderzoek is gebleken dat mezen die in tuinen leven een paar weken eerder hun eieren leggen dan hun soortgenoten in het bos. De Nederlandse Koolmezen blijven vrijwel allemaal op korte afstand van de geboorteplek. Oost-Europese vogels trekken in het najaar door, soms in forse aantallen. Zulke trek speelt zich af tussen half september en half november, met de piek doorgaans midden oktober. Streng winterweer kan tot omvangrijke sterfte onder de overwinteraars leiden als er weinig voedsel beschikbaar is.  Algemeen in de omgeving van de Poldervaart.




 


Spotvogel  Hippolais icterina

De Spotvogel is een zomergast die slechts drie maanden in ons land verblijft om te broeden, waarna hij het grootste deel van het jaar doorbrengt in tropisch Afrika. Het is een kleine zangvogel uit de familie van grasmussen, herkenbaar aan zijn olijfgroene rug en gele keel en buik. Deze soort komt voornamelijk voor in Europa en Azië en bewoont verschillende habitats, zoals bossen, parken en tuinen. De Spotvogel staat bekend om zijn prachtige zang, die hij vaak vanuit een verborgen positie in een boom of struik ten gehore brengt. Zijn liedje bestaat uit een combinatie van verschillende noten en melodieën, die vaak worden herhaald. Soms bootst hij ook andere vogelsoorten na. Vanaf eind april en begin mei keert hij terug naar zijn broedgebieden. Het nest van de Spotvogel wordt meestal laag bij de grond gebouwd in struiken of bomen en bestaat uit 4 tot 5 eieren, die door het vrouwtje worden uitgebroed. De Spotvogel voedt zich voornamelijk met insecten zoals vlinders, libellen en andere kleine insecten, die hij tussen de bladeren van bomen en struiken zoekt. Soms eet hij ook fruit en bessen. Hoewel de Spotvogel niet als bedreigd wordt beschouwd, is zijn aantal in de laatste jaren wel afgenomen. Deze vogelsoort wordt af en toe waargenomen in de omgeving van de Poldervaart. 




Fuut  Podiceps cristatus

De Fuut is een middelgrote watervogel die wijdverspreid is over Europa. Futen kunnen worden gevonden op verschillende soorten wateren, van kleine vijvers tot grote meren en zelfs op zee. Ze hebben de voorkeur voor helder water met een rijke vegetatie, waarin ze zich kunnen verschuilen en voeden. De Fuut heeft een slank postuur met een opvallend uiterlijk, met een lange nek en een puntige snavel. Het verenkleed van de Fuut kan verschillen afhankelijk van het seizoen en de leeftijd. In de zomer heeft de Fuut een prachtig 'prachtkleed', met een glanzend zwart witte kop, een rode kraag en donkere pluimen achter het oog. De nek is zwart-wit gestreept en de bovenzijde van het lichaam is zwart van achteren en wit van voren. De buik en flanken zijn wit. In de winter verliest de Fuut zijn rode kraag en worden de kleuren doffer. De kop en nek zijn dan meer grijsbruin van kleur. De poten van de Fuut zijn zwart en relatief kort, met zwemvliezen aan de tenen die hem in staat stellen om snel en behendig door het water te bewegen. De Fuut is een uitstekende zwemmer en duiker, en is vaak te vinden op meren, rivieren en andere waterrijke gebieden. Hij voedt zich met kleine visjes, insecten, kikkers en andere waterdieren. Tijdens het broedseizoen bouwen futen drijvende nesten van plantaardig materiaal op het water. Het vrouwtje legt vervolgens 3 tot 7 eieren, die door beide ouders worden uitgebroed. Futen staan ook bekend om hun opvallende paringsrituelen, waarbij het mannetje en vrouwtje elkaar met hun snavels aanraken, hun koppen omhoog uit het water steken en vervolgens samen onderduiken. Futen zijn op veel plekken in de Poldervaart te zien.