01 september, 2024

Ekster  Pica pica

De Ekster is makkelijk te herkennen aan de zwart witte tekening van zijn verenkleed. Ook valt zijn luidruchtige gedrag op. De bovendelen zijn zwart en de onderdelen wit. Het zwart van de kop loopt uit in een opvallende borstband. De witte ovalen in de vleugels en de lange groen glanzende staart vallen erg op. Je kan ze vinden overal waar bomen zijn, in open landschap met boomgroepen en hagen, parken, in de buurt van menselijke bewoning en in steden. Zijn voedsel bestaat uit Insecten, wormen, slakken, aas, kadavers, gemorste voedselresten, eieren en jonge zangvogels. Het nest bestaat uit een stevig overdekt bouwsel van takken en twijgen hoog in een boom. Ze leggen 5-8 eieren die in 18-21 dagen worden uitgebroed door het vrouwtje. De jongen komen na 3-4 weken uit en worden dan nog 6-8 weken gevoerd. Ze zijn van nature zeer waakzaam en vrij moeilijk te fotograferen. Met uitzondering van boomloze landschappen of juist uitgestrekte bossen zijn Eksters bijna overal te verwachten. Ze hebben een voorkeur voor boerenland met singels en uitgegroeide hagen, maar zijn in sommige woonwijken met veel plantsoenen en hoge bomen zeker zo dik gezaaid. Nederlandse Eksters zijn standvogels en blijven hun hele leven binnen het enkele hectares grote territorium, een eventuele verhuizing naar een beter territorium in de buurt daargelaten.  Algemeen in de omgeving van de Poldervaart.




Gaai  Garrulus glandarius

Grote vogel met een prachtig verenkleed. De boven- en onderzijde is prachtig roze bruin. De vleugels zijn zwart met opvallende blauwe en zwarte handdekveren, die goed te zien zijn in vlucht en zit. Hij heeft een zwarte staart en een opvallend witte stuit. De kruin is gestreept, de keel wit en hij heeft een zwarte snorstreep. De Gaai is een zeer goede imitator en kan zonder probleem een Havik of Buizerd nadoen. Zijn zang is mooi prevelend en wordt niet vaak gehoord.  Hij bewoont loof- en naaldbos, bosschages en parken en natuurlijk ook onze volkstuinen. Zijn voedsel bestaat uit noten, zaden, wormen, rupsen, eikels, insecten, bessen, eieren en jonge vogels. Hij legt een wintervoorraad aan van eikels en beukennootjes en begint daarmee al in oktober. Hij stopt ze her en der in de grond, soms op flinke afstand van elkaar. Er wordt genesteld in een goed verstopt nest dat gemaakt is van takjes, plantenstengels en aarde. Het vrouwtje legt 5-7 beige gespikkelde groenachtige eieren, die in 16-17 dagen door beide ouders worden uitgebroed. De jongen vliegen na 20 dagen uit. Gaaien ze zijn niet echt populair omdat ze regelmatig nestjes plunderen en daarbij de eieren en jonge vogeltjes verorberen. Wel zijn ze zeer fotogeniek en ondanks hun vaak verfoeide gedrag een sieraad voor uw tuin. De Nederlandse Gaaien zijn standvogel. Soms maken ze kilometerlange pendeltochten om eikels te zoeken en te verstoppen als wintervoorraad.  In de omgeving van de Poldervaart een algemene verschijning.





Kokmeeuw  Chroicocephalus ridibundus

Kenmerkend is de chocolade bruine kap van de volwassen vogel. In de winter verdwijnt de kap en blijft een “koptelefoon” over. Jongere kokmeeuwen hebben deze kap nog niet ontwikkeld en hebben een meer gevlekt verenkleed. Hoewel de Kokmeeuw oorspronkelijk een kustbewoner was, heeft hij zich de laatste decennia ook gevestigd in het binnenland. De nesten worden gemaakt van takjes, gras en ander plantaardig materiaal. De Kokmeeuw staat bekend om zijn luidruchtige gedrag, vooral tijdens het broedseizoen. Ze hebben een scherp, repetitief gekrijs dat gemakkelijk te herkennen is. Buiten het broedseizoen zijn Kokmeeuwen meestal stiller en minder opvallend. Hoewel de Kokmeeuw nog steeds een talrijke soort is in Nederland, is de populatie de afgelopen decennia sterk afgenomen. Dit komt voornamelijk door de veranderingen in de leefomgeving van de vogel en de afname van geschikte broedplaatsen. Ook de toename van predatie door roofdieren, zoals de vos, heeft bijgedragen aan de afname van de populatie. Het is dan ook belangrijk om de broedgebieden van de Kokmeeuw te beschermen en te behouden om deze iconische meeuwensoort te behouden. Als de eendjes gevoerd worden pikt hij graag een graantje mee. Algemeen in de omgeving van de Poldervaart.




Klapekster  Lanius excubitor

De Klapekster is een middelgrote zangvogel die behoort tot de familie van de klauwieren. De Klapekster is een opvallende verschijning. Het verenkleed is een mengsel van grijs, zwart en wit. De bovenzijde van de kop, de bovenkop en het voorhoofd zijn grijs. De oorstreek is zwart. De Klapekster heeft een witte wenkbrauwstreep. De vleugel is zwart met een enkele of dubbele witte spiegel. De staart is trapvormig, en zwart met wit. De onderzijde is wit. De poten zijn zwart. De haaksnavel is bruin-zwart. In de vlucht is de Klapekster een kenmerkend zwart-wit-grijze vogel. De witte schoudervlek valt op. Over de gespreide vleugel loopt een smalle witte streep. De stuit is wit. De lange staart is zwart-wit. De vleugels zijn kort. De vlucht is sterk golvend, met een "zwieper naar (de) uitkijkpost." Men kan de Klapekster soms zien bidden. De Klapekster heeft een sterke, gebogen snavel en scherpe klauwen die hem in staat stellen om kleine prooien te vangen en te doden. De Klapekster komt voor in een groot deel van Europa en leeft in open landschappen zoals weilanden, heidevelden en bosranden. Het is een standvogel die het hele jaar door in zijn broedgebied blijft. In de winter kunnen echter Klapeksters uit Scandinavië naar Nederland en andere delen van Europa trekken. In de Vockestaart was in het voorjaar van 2023 enkele dagen een Klapekster te zien.




Grauwe Klauwier  Lanius collurio

De Grauwe Klauwier is een broedvogel van ruige, halfopen gebieden met opslag van struweel of jong geboomte. De aanwezigheid van flink wat grote insecten als kevers, bijen en hommels is erg belangrijk. Zij vormen de hoofdmoot van het menu. Verder worden hagedissen, kleine zoogdieren en jonge vogels gegeten. De naam 'klauwier' slaat op de gewoonte van de vogels om prooidieren op te hangen aan de doornen van bramen of andere stekelige struiken en die later op te eten. De Grauwe Klauwier is een zangvogel die behoort tot de klauwierenfamilie. Het is een middelgrote vogel met een opvallend uiterlijk en gedrag. De Grauwe Klauwier heeft een grijsbruin verenkleed met een witte onderkant en een zwarte oogstreep die zich uitstrekt tot aan de snavelbasis. De snavel van de Grauwe Klauwier heeft een scherpe haak aan de punt, waarmee hij zijn prooi kan vastpinnen. De Grauwe Klauwier is een uitstekende jager die zijn prooi vangt door vanaf een hoge uitkijkpost te loeren en vervolgens plotseling op zijn prooi te duiken. De Grauwe Klauwier bouwt zijn nest in struiken en bomen. Het nest bestaat uit takken, gras en ander plantaardig materiaal. Het vrouwtje legt gewoonlijk 4 tot 7 eieren die ze in ongeveer twee weken uitbroedt. De Grauwe Klauwier komt voor in Europa en is een trekvogel die in de winter naar warmere gebieden trekt. In sommige delen van Europa is de Grauwe Klauwier een bedreigde soort. Er was ooit in 2014 een broedgeval in onze omgeving in een perceel in de Kandelaar. 




Groenpootruiter  Tringa nebularia

De Groenpootruiter is een trekvogel die in de zomermaanden broedt in moerassen en natte graslanden in het noorden van Europa. Tijdens de trekperiode kunnen ze op veel verschillende plekken worden gezien, waaronder ook in Nederland en ook in de omgeving van de Poldervaart. In de winter trekken Groenpootruiters naar het zuiden, waar ze verblijven in kustgebieden, estuaria en andere waterrijke gebieden. Tijdens de trekperiode kunnen ze ook worden gezien op andere plekken, zoals binnenwateren en moerassen. Groenpootruiters voeden zich voornamelijk met kleine ongewervelde dieren, zoals insecten, wormen en schelpdieren. Ze zijn vaak te zien met hun snavel in het water, op zoek naar voedsel. Hoewel Groenpootruiters over het algemeen schuwe vogels zijn, kunnen ze soms worden waargenomen in open gebieden, zoals weilanden en akkers. Dit is vooral het geval tijdens de trekperiode, wanneer ze zich soms verzamelen in grote groepen. Groenpootruiters broeden meestal in paren en bouwen hun nesten op de grond tussen het riet. Ze leggen meestal 4 eieren die worden uitgebroed door beide ouders. Na ongeveer 3 weken komen de kuikens uit het ei en worden ze nog ongeveer 3 weken door de ouders gevoed en verzorgd voordat ze zelfstandig zijn. Groenpootruiters zijn over het algemeen schuwe vogels en vermijden menselijke activiteit.