Gaai Garrulus glandarius
Grote vogel met een prachtig verenkleed. De boven- en onderzijde is prachtig roze bruin. De vleugels zijn zwart met opvallende blauwe en zwarte handdekveren, die goed te zien zijn in vlucht en zit. Hij heeft een zwarte staart en een opvallend witte stuit. De kruin is gestreept, de keel wit en hij heeft een zwarte snorstreep. De Gaai is een zeer goede imitator en kan zonder probleem een Havik of Buizerd nadoen. Zijn zang is mooi prevelend en wordt niet vaak gehoord. Hij bewoont loof- en naaldbos, bosschages en parken en natuurlijk ook onze volkstuinen. Zijn voedsel bestaat uit noten, zaden, wormen, rupsen, eikels, insecten, bessen, eieren en jonge vogels. Hij legt een wintervoorraad aan van eikels en beukennootjes en begint daarmee al in oktober. Hij stopt ze her en der in de grond, soms op flinke afstand van elkaar. Er wordt genesteld in een goed verstopt nest dat gemaakt is van takjes, plantenstengels en aarde. Het vrouwtje legt 5-7 beige gespikkelde groenachtige eieren, die in 16-17 dagen door beide ouders worden uitgebroed. De jongen vliegen na 20 dagen uit. Gaaien ze zijn niet echt populair omdat ze regelmatig nestjes plunderen en daarbij de eieren en jonge vogeltjes verorberen. Wel zijn ze zeer fotogeniek en ondanks hun vaak verfoeide gedrag een sieraad voor uw tuin. De Nederlandse Gaaien zijn standvogel. Soms maken ze kilometerlange pendeltochten om eikels te zoeken en te verstoppen als wintervoorraad. In de omgeving van de Poldervaart een algemene verschijning.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten