02 oktober, 2009

De Turkse tortel een successtory

Natuur in onze omgeving

Publicatie in  MAASSTAD weekbladen 10-2009

Het verhaal van de Turkse tortel is echt een
successtory. Tot 1900 kwam de soort alleen voor in Turkije maar heeft zich daarna sterk uitgebreid in westelijke richting. In 1949 werd het eerste broedgeval in Nederland vastgesteld bij Oldebroek in Gelderland. Nu komen ze voor in geheel west Europa met uitzondering van IJsland en noord Scandinavië. De Turkse tortel kan zich opmerkelijk snel voortplanten en wel 5 broedsels per jaar grootbrengen. Zelfs de jongen uit het eerste legsel nemen in hetzelfde jaar al weer deel aan de voortplanting en brengen ook weer zelf een nest groot. Het zijn dus echte “tortelduifjes”. Bij de duiven en dus ook bij de Turkse tortels is het gebruikelijk dat er per legsel twee eieren worden gelegd. Dankzij de duivenmelk lukt het ze heel vaak de jongen groot te brengen. Op deze manier heb je natuurlijk wel een supersnelle voortplanting! Turkse tortels zie je nu bijna overal in parken en tuinen. Broeden doen ze graag in coniferen of klimop waarin ze hun nest goed kunnen verbergen. De Turkse tortel is een cultuurvolger en maakt graag gebruik van de mogelijkheden die de mens ze biedt. Vooral waar sprake is van graanoverslag of opslag van veevoer vindt je de Turkse tortel om een graantje mee te pikken. Dat ze daarbij niet schuw zijn zal niemand verwonderen. Naast de Turkse tortel komen in Nederland nog een aantal duivensoorten voor zoals de Houtduif (de grootste van het Stel), de Holenduif (zeer schuw) en de Zomertortel (de mooiste en elegantste).  Het geluid dat de Turkse tortel maakt lijkt op het geluid van de Houtduif. De Turkse Tortel zegt: "Ik groet u" en de Houtduif zegt: "Ik groet u zoet lief”. Een ezelsbruggetje is altijd handig als je vogelgeluiden wilt herkennen en onthouden! Je kan zeker stellen dat de Turkse Tortel aan aanwinst is voor onze avifauna, te meer omdat ze volledig op eigen kracht naar Nederland zijn gekomen. Dat geldt niet voor b.v. de Nijlgans en de Halsbandparkiet. Onder biologen nogal omstreden omdat ze het biologisch evenwicht zouden verstoren!

De Inktviszwam

Natuur in onze omgeving

Publicatie in  MAASSTAD weekbladen 10-2009

Adri de Groot geeft dagelijks een elektronische
krant uit met veel beeldmateriaal en achtergrondinformatie van de natuur in zijn omgeving (Benthuizen). Het is zeer de moeite waard om je hier gratis op te abonneren (zie   www.vogeldagboek.nl   ). Vorige week werden foto’s getoond van o.a. een Inktviszwam die gefotografeerd is in de heemtuin van Capelle a/d IJssel (zie   www.heemtuin-capelle.nl.). Nu weet ik helemaal niets van paddenstoelen, echter deze exotische verschijning heeft me zeer geïnspireerd om hier meer van te weten te komen. Gelukkig lukte het me er eentje te vinden en er een foto van te maken. De Inktviszwam is een van de vele paddenstoelensoorten die in ons land kunnen voorkomen. Volgens schattingen zijn er alleen al in Nederland ca. 4000 soorten waargenomen! Volgens de kenners is het vaak heel moeilijk om de soorten uit elkaar te houden en is in de helft van de gevallen een microscoop en specialistische literatuur nodig om ze op naam te kunnen brengen. Gelukkig geldt dit niet voor de Inktviszwam. Deze zwam komt oorspronkelijk voor in Australië en is waarschijnlijk in de eerste wereldoorlog meegekomen met de Australische troepen die destijds meevochten met de geallieerden in Europa. De eerste waarneming in Europa dateert van 1921. Voor het eerst is de Inktviszwam in Nederland  in Drenthe verschenen. Ze komen voor op plaatsen waar veel houtsnippers worden gebruikt. Bijvoorbeeld op paden in bossen en parken. Ze verspreiden een vieze kadaverlucht. Ik moet bekennen dat ik er niet aan heb geroken! Dat ze hierbij aasvliegen aantrekken zal duidelijk zijn. Door deze vliegen kunnen de sporen verspreidt worden. De 4 tot 6 armen kunnen ongeveer 4 tot 7cm lang worden en groeien uit een centrale bol die het duivelsei wordt genoemd. Paddenstoelen kijken en fotograferen is een hele leuke bezigheid en ik betrap mezelf er op dat ik in de natuur op dit moment meer naar beneden kijk dan omhoog!

01 oktober, 2009

De Jan van Gent

Natuur in onze omgeving

Publicatie in  MAASSTAD weekbladen 10-2009

De eerste najaarsstorm van dit jaar raast langs de kust. De wind komt uit het noordwesten. De zee beukt op de pier van Hoek van Holland. Echte zeevogels zijn nu gemakkelijker te zien omdat ze naar de kust geblazen worden! Tegen de wind in zie ik bij de vloedlijn een Jan van Gent op het strand zitten. Vliegend een schitterende vogel (zie foto) maar nu een hoopje ellende! Achter mij duikt een echtpaar op die zich ook het lot van deze vogel aantrekken. "Wat is er aan de hand? Waarom ligt deze vogel op het strand? We moeten iets doen" De vrouw, een doortastend type, belt met mijn mobiel de politie en doet haar verhaal. Ook haar man wil daadkracht tonen. "Ik ga de vogel pakken! Dan kunnen we hem ergens afleveren". Niet doen adviseerde ik hem, kijk uit voor je ogen. Kijk eens naar zijn dolksnavel! Laat dit aan experts over! Het begint harder te regenen en het echtpaar vertrekt. Zelf blijf ik een beetje besluiteloos in de omgeving hangen. Eigenlijk kom ik naar zeevogels kijken! Gelukkig komt na verloop van tijd de dierenambulance. Een kordaat vrijwilligersduo komt naar de vloedlijn. Gerustgesteld wijs ik de plek aan waar de Jan van Gent nog steeds ineengedoken zit. Behendig pakt een vrijwilliger, terwijl ze met haar rechterhand de vogel afleidt, met links de nek van de vogel waarna deze is overmeesterd. Klasse! De vogel zal naar het vogelasiel van Karel Schot in Rotterdam gebracht worden. Natgeregend en soppend in mijn schoenen ga ik opgelucht naar huis. Hopelijk komt het goed met Jan... 

02 september, 2009

De Grauwe franjepoot

Natuur in onze omgeving 

Publicatie in  MAASSTAD weekbladen 09-2009

Op 18 september j.l. verscheen op   www.waarneming.nl  
de melding dat  in het gebied Vockestaert ten noorden van Schiedam een Grauwe Franjepoot was gesignaleerd. Regelmatig check ik deze site om na te gaan of er nog leuke waarnemingen zijn en nu was het zover. Een tikkeltje opgewonden pak ik mijn camera, telescoop en statief om goed beslagen ten ijs te komen. Binnen 10 minuten ben ik ter plaatse in gezelschap van nog enkele andere vogelaars. De Grauwe franjepoot laat zich fantastisch mooi zien. Als een draaitol zoekt hij de wateroppervlakte af naar kleine ongewervelde waterdiertjes en insecten. Zoals meestal met Grauwe franjepoten is het vogeltje uiterst tam en heeft kennelijk nog geen slechte ervaringen met mensen op gedaan. Dat is op zich niet zo vreemd als je bedenkt dat ze hun broedgebieden hebben in noordelijk Europa, IJsland en Rusland waar de bevolkingsdichtheid niet erg groot is. De doortrek vind voornamelijk plaats over Oost-Europa naar hun zuidelijk gelegen overwinteringsgebieden in de Arabische zee en de Oost-Indische kustgebieden. Het is dus heel opmerkelijk dat ze toch soms op doortrek Nederland aandoen. Met de Grauwe franjepoot is iets opmerkelijks aan de hand. De mannetjes zijn minder fel gekleurd dan de vrouwtjes, broeden de eieren uit en verzorgen de jongen. De vrouwtjes bekommeren zich niet om hun nageslacht en proberen alleen maar hun eieren te slijten aan zorgzame mannetjes. Ze onderhouden hiervoor een territorium dat ze tegen andere vrouwtjes verdedigen. Dat is normaal gesproken de taak van de mannetjes in de vogelwereld!

De Paardebijter

Natuur in onze omgeving 

Publicatie in  MAASSTAD weekbladen 09-2009

Men neemt aan dat de naamgeving komt van het feit
dat deze libel vlak langs dieren en mensen scheert om insecten te vangen en het lijkt alsof ze bijten. Bij paarden worden voornamelijk vliegen en dazen gevangen. Daar kan je als paard geen bezwaar tegen hebben. De Paardenbijter behoort tot de echte libellen en is nu volop te zien langs de Poldervaart. De vliegtijd is van midden juni tot begin november.  Nu zijn het nog onze eigen in Nederland geboren Paardenbijters, maar over een aantal weken worden deze aangevuld met trekkers uit Midden-Europa. De soortherkenning is, voor een leek zoals ik, niet eenvoudig. Ze lijken veel op de Venglazenmaker en op enkele onopvallende kenmerken na, bijna niet van deze glazenmaker te onderscheiden. Het makkelijkst is het kenmerk van de spijker boven op het borststuk.  Het vogelen in de zomer ligt nu op een laag pitje. Een mooi alternatief zijn de libellen en vlinders die nu volop actief zijn. Sinds kort ben ik in het bezit van een libellengids en een vlindergids. Er gaat echt een wereld voor je open als je kijkt wat er in onze omgeving allemaal is te zien. Gelukkig kan ik ze fotograferen en  thuis op naam brengen. Dat zou in het veld niet eenvoudig zijn. Zo ben ik er achter gekomen dat er naast de Paardenbijter ook libellen in onze omgeving voorkomen zoals de Houtpantserjuffer, de Watersnuffel, het Lantaarntje, de Vroege glazenmaker, de Bloedrode- , de Bruine- en de Steenrode heidelibel. Veel informatie is te vinden op het libellennet van de vlinderstichting  http://www.libellennet.nl/  Ik vind het heel erg leuk dat ik weer een nieuwe passie heb gevonden! Wellicht is het ook iets voor u.

02 augustus, 2009

De Woudaap superzeldzaam

Natuur in onze omgeving

Publicatie in  MAASSTAD weekbladen 08-2009

Apen in onze omgeving? Nee, natuurlijk niet. Woudapen
ook bijna niet, hoewel… je weet het nooit. Er is een plek in de omgeving van Rotterdam waar de Woudaap zich nog steeds kan handhaven. Superzeldzaam zijn ze en vrijwel niet meer te zien in Nederland. De Woudaap is een kleine reigerachtige niet veel groter dan een Tortelduif. In vlucht is hij opvallender dan in zit, vooral de lichte vleugelvlekken zijn kenmerkend. Vliegend doet hij mij aan een grote vlinder denken!   Het leefgebied bestaat uit moeras met dichte oude rietkragen die overgaan in ruigtes met wilgen en biezen. Hiervan heeft Nederland gelukkig nog genoeg te bieden. Waarom het Woudaapje in Nederland zo zeldzaam geworden is weten we niet. Ze overwinteren in Afrika ten zuiden van de Sahara en moeten jaarlijks een flinke risicovolle trektocht ondernemen. Eind mei zijn ze weer terug waarna meteen de balts begint. Vaak klimt het mannetje (als een aapje!) naar de top van een bosje oud riet en laat een soort geblaf horen dat lijkt op een ver weg klinkende hond. Hiermee geeft hij aan; dit is mijn gebied en ik ben beschikbaar voor de vrouwtjes! Dit is de periode waarin de Woudaap het beste is te zien. Ook als er jongen zijn zie je regelmatig beide ouders heen en weer vliegen om de jongen te voeren. Normaal gesproken leiden ze een verborgen leven en is het echt een buitenkans er eentje te zien. Wereldwijd hebben ze een enorm verspreidingsgebied en komen voor in Australië, Azië, Europa en Afrika. Ik vind het heel bijzonder dat ze nog steeds in Nederland voorkomen en jaarlijks naar dat kleine stukje groen terugkeren in de omgeving van Rotterdam.