Een Wilde eend in de tuin geeft een gezellige sfeer. Ze zijn veel slimmer dan je denkt en als ze een keer gevoerd zijn komen ze zeker weer terug. Als ze ook nog in uw tuin kunnen badderen dan maakt u ze helemaal gelukkig. Kieskeurig op hun voedsel zijn ze niet. Ze eten gras, zaden, graankorrels, insecten, wormen, kikkervisjes en uiteraard ook brood. De mannetjes zijn zeer fotogeniek en zien er in hun prachtkleed schitterend uit. Een leuk kenmerk bij de woerd is de krul in de twee staartveren wat bij geen andere eendensoort voorkomt. Het vrouwtje is heel goed gecamoufleerd en gelukkig maar. Een goede schutkleur is dan ook van levensbelang. Zij is de enige die de eieren uitbroedt en de pullen groot brengt. Ze maakt haar nest meestal op de grond en bekleed het met mos, donsveertjes en kleine takjes en wordt meestal in de buurt van het water gemaakt. Regelmatig wordt er ook in tuinen genesteld. Op het menu staan waterinsecten en waterplanten. Overal waar je voedselrijke wateren en sloten vindt kan je Wilde eenden tegenkomen.
