Blauwe Reiger Ardea cinerea
Het is inderdaad bijna onvoorstelbaar dat de Blauwe Reiger vroeger schuwe vogels waren. Tegenwoordig zijn ze zeer bekend en veel voorkomend in Nederland. Een volwassen Blauwe Reiger is een prachtig gezicht, vooral aan het begin van het broedseizoen. Ze hebben een paar lange, sierlijk afhangende veren vanaf de zwarte kopstreep, een geeloranje dolksnavel en afhangende sierveren over de keel en op de rug. Tijdens de vlucht houdt de Blauwe Reiger de nek ingetrokken en lijkt daardoor wat 'topzwaar'. De poten steken duidelijk achter het lichaam uit tijdens de vlucht. Ze hebben een hekel aan vuile veren en poetsen deze dan ook graag met een soort poeder uit een klier aan het onderlijf. Na het opdrogen kammen ze de veren met een kammetje dat aan de middelste teennagel zit. De Blauwe Reiger is voornamelijk een standvogel en overwintert soms een deel in Frankrijk of Engeland. Tijdens strenge winters hebben ze het echter moeilijk om aan voedsel te komen. Hun dieet bestaat uit vis, muizen, mollen, ratten, kikkers, padden, grote insecten en zelfs jonge vogels. Opmerkelijk aan het baltsgedrag van blauwe reigers is het vliegen met gestrekte nek als ze langs de kolonie scheren. Normaal gesproken vliegen ze met ingetrokken nek. Van ver is het rauwe gekrijs dat ze uitstoten te horen. Ze halen regelmatig takken om oude nesten op te knappen of nieuwe te maken. In februari worden er drie tot vijf eieren gelegd, die beide ouders uitbroeden. In het Prinses Beatrixpark in Nederland is er een broedkolonie van Blauwe Reigers te vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten