Zwartkop Sylvia atricapilla
De Zwartkop is een vogel die alleen in de zomermaanden in onze tuinen te vinden is. Als insecteneter moet hij noodzakelijkerwijs in Zuid-Europa overwinteren. Hij keert half april terug en is dan overal volop te horen. Het volwassen mannetje van de Zwartkop heeft een glanzend zwarte kruin die reikt tot ooghoogte. Het vrouwtje heeft een roodbruine kruin. Mannetjes en vrouwtjes zijn bij deze vogelsoort dus goed van elkaar te onderscheiden. De Zwartkop is een talrijke broedvogel die sporadisch in Nederland overwintert. De Zwartkop heeft een zeer melodieuze zang, die veel lijkt op die van de Tuinfluiter. De zang van de Zwartkop houdt minder lang aan dan die van de Tuinfluiter. De Zwartkop houdt van schaduwrijk bebost gebied, maar ook van parken en tuinen met veel ondergroei. Zijn voedsel bestaat in de zomer uit insecten. In de winter kan hij ook op de voedertafel komen. Hij schakelt dan over van insecten naar plantaardig voedsel, vooral bessen. In de herfst eten Zwartkoppen veel bramen en vlierbessen, omdat deze veel suikers bevatten die weer omgezet worden in vetten die ze nodig hebben als reserveopslag voor de trek. Ze overwinteren rond de Middellandse Zee en in West-Afrika. Ze broeden vanaf half mei en maken een stevig gevlochten kom van fijne twijgjes en worteltjes en bekleden het nest met mos en dons. Zowel het mannetje als het vrouwtje bouwt aan het nest en beide ouders broeden de 4 tot 6 eieren uit. De jongen zijn kale nestblijvers die ook door beide ouders worden verzorgd. De Zwartkop komt algemeen voor in de omgeving van de Poldervaart en het Prinses Beatrixpark.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten