Kauw

De kauw is een zwarte middelgrote vogel, met een grijs achterhoofd, hals en buik en de ogen zijn  lichtgrijs. Vergeleken met andere kraaiachtigen heeft de Kauw een korte kleine snavel. Ze lopen parmantig rechtop. Het is een intelligente en sociale vogel. In de herfst vormen ze grote groepen en slapen gezamenlijk in bossen of stadsparken. Het zijn uitstekende vliegers, die ook vaak samen met   andere kraaiachtige worden gezien. Ze leven vaak in de nabijheid van mensen. De Kauw is een alleseter en eet zaden, vruchten, insecten, aas, maar ook  kuikens en eieren van andere vogels. Deze   holenbroeder broedt in schoorsteenpijpen, luchtkanalen, boomholten, nestkasten, nissen van kerktorens ook worden verlaten nesten van andere vogels gebruikt. Ze verstoppen nog al eens rookkanalen met hun nestmateriaal en zijn daarom soms minder geliefd. Als het nest jaren achtereen wordt gebruikt, ontstaat een  grote opeenhoping van nestmateriaal. Het vrouwtje broedt de drie tot zeven eieren uit in 17 - 18 dagen en wordt in die tijd door het mannetje gevoerd. Na ongeveer een maand kunnen de kuikens uitvliegen. Een broedkolonie kan wel uit honderden paren bestaan. Ze kunnen behoorlijk huishouden op de voedertafel en zijn echte alleseters. Vetbollen worden snel met grote happen opgegeten. Het beste is dit te voorkomen door de vetbollen in een netje aan te bieden aan een dunne tak die alleen voor mezen geschikt is. Kauwtjes missen de acrobatiek van de Koolmees en Pimpelmees en kunnen niet balanceren op hun kop aan een vetbol.

Kauw   .   Western Jackdaw  ·  Coloeus monedula

Kauw   .   Western Jackdaw  ·  Coloeus monedula

Kauw   .   Western Jackdaw  ·  Coloeus monedula

Kauw   .   Western Jackdaw  ·  Coloeus monedula

Haas

Dit keer geen vogels maar een zoogdier.

De haas (Lepus europaeus) is een zoogdier uit de haasachtigen (Lagomorpha) en familie van de hazen en konijnen (Leporidae). Hazen zijn groter dan konijnen, met een lichaamslengte van 60-70 cm, staart van 7-12 cm, en gewicht van 3-6 kg. Hun vacht is geelbruin tot grijsbruin, met een witte buik en zwarte oortoppen. 's Winters wordt de vacht lichter. Hazen hebben lange oren (tot 12 cm) en lange achterpoten, waarmee ze snelheden tot 70 km/u bereiken. Ze komen voor in Europa en West-Azië, inclusief Nederland en België, en verkiezen open landschappen zoals akkers en graslanden. Hazen zijn herbivoren en eten gras, kruiden, knoppen, twijgen, schors en landbouwgewassen. Ze zijn vooral schemer- en nachtactief en rusten overdag in hun leger, een ondiepe kuil. De voortplanting loopt van januari tot oktober, met meerdere worpen per jaar van één tot vier jongen. Hazen kunnen in het wild tot 12 jaar oud worden, hoewel de meeste slechts enkele jaren leven door predatie en andere gevaren. Hazen zijn meestal solitair, behalve tijdens de paartijd, wanneer mannetjes om vrouwtjes vechten. Ze communiceren met geluiden, geurmarkeringen en lichaamstaal. Natuurlijke vijanden zijn onder meer roofvogels, vossen, wilde katten, en mensen. Bedreigingen zijn intensieve landbouw, habitatverlies, verkeer en ziekten. Hazen zijn ecologisch belangrijk als prooidieren en door hun graasgedrag.

 

Alvast weer bedankt voor het bezoek aan mijn Blog en de reacties op mijn vorige Blog.

Pimpelmees

 Als ze zeldzaam zouden zijn dan zouden we ons verbazen om hun uiterlijk!! De Pimpelmees is een verkleinde uitgave van de Koolmees. Het mannetje en vrouwtje zijn zo goed als gelijk en hebben beide een blauwe kruin met witte begrenzing. De bovenzijde is groenachtig en de onderzijde geel zonder zwarte streep. De Pimpelmees heeft blauwe vleugels met een witte vleugelstreep. De zang is gevarieerd waarbij de geluiden fijner en minder krachtig zijn dan bij de Koolmees. Hij roept onder andere 'pietie-tsèh' of 'siesie-duuduu'. Bij opwinding is er sprake van een scheldend 'terrret-tetetet'. Hij is een is stuk bescheidener dan de Koolmees maar ook behendiger en misschien wel slimmer. Ook op bijna onbereikbare plekjes is hij toch in staat zijn voedsel te bemachtigen. De Pimpelmees is zeer talrijk en wijdverspreid. Hij broedt in loofbossen, gemengde bossen, bosschages, heggen, parken en tuinen met bomen. Het is grotendeels een standvogel. Hij nestelt in boomholen, gaten in muren en nestkasten. Soms wordt er op ongewone plaatsen genesteld zoals in brievenbussen. In het voorjaar worden nectar en stuifmeel van bloesems gegeten, in de zomer vooral kleine insecten en insectenlarven. In de winter eet hij ook kleine zaden. In de nazomer vormen lokale broedvogels soms groepen die tot in de winter intact blijven. De doortrek vindt tussen half september en half november plaats, met de piek meestal half oktober. De trek is in sommige najaren aanzienlijk, met op stuwingspunten honderden trekkers per dag, maar is meestal nogal onbeduidend.  

Pimpelmees   .   Eurasian Blue Tit  ·  Cyanistes caeruleus

Pimpelmees   .   Eurasian Blue Tit  ·  Cyanistes caeruleus

Pimpelmees   .   Eurasian Blue Tit  ·  Cyanistes caeruleus

Pimpelmees   .   Eurasian Blue Tit  ·  Cyanistes caeruleus

Renvogels en Vorkstaartplevieren . Coursers and Pratincoles · Glareolidae

De familie Glareolidae, ook bekend als de Vorkstaartplevieren en Renvogels, zijn een familie van vogels die vooral voorkomen in Afrika, Europa en Azië. Ze staan bekend om hun elegante uiterlijk en hun opvallende manier van vliegen. De leden van deze familie hebben meestal een slanke, gestroomlijnde bouw en lange poten en vleugels. Ze voeden zich voornamelijk met insecten en andere kleine ongewervelden, die ze vaak tijdens het vliegen vangen. Hun leefgebieden variëren van open graslanden tot droge, woestijnachtige gebieden.

 

Renvogel   .   Cream-colored Courser  ·  Cursorius cursor

Dubbelbandrenvogel   .   Double-banded Courser  ·  Rhinoptilus africanus

Vorkstaartplevier   .    Collared Pratincole  ·  Glareola pratincola

Steppevorksaartplevier   .   Glareola nordmanni

Madagaskarvorkstaartplevier    .   Madagascar Pratincole  ·  Glareola ocularis

Kleine Vorkstaartplevier   .   Small Pratincole  ·  Glareola lactea

Kluten . Stilts, Avocets · Recurvirostridae

De familie van de kluten, Recurvirostridae, omvat steltlopers met lange poten en slanke lichamen, bekend om hun opvallende snavels. Deze snavels zijn vaak recht of licht gebogen, afhankelijk van het geslacht, en zijn aangepast voor het zoeken naar voedsel in ondiep water. Ze zijn elegant en hebben vaak een opvallend uiterlijk met lange poten en een slanke bouw. Ze voeden zich met kleine ongewervelden en insecten door hun snavel in het water te bewegen.

Steltkluut   .   Black-winged Stilt  ·  Himantopus himantopus

Amerikaanse Steltkluut   .   Black-necked Stilt  ·  Himantopus mexicanus

Kluut   .   Pied Avocet  ·  Recurvirostra avosetta

Scholeksters . Oystercatchers · Haematopodidae

De familie Haematopodidae, beter bekend als de scholeksters, bestaat uit kust- en strandvogels die voornamelijk in de buurt van water leven. Ze hebben lange, rechte snavels die ze gebruiken om schelpdieren en andere ongewervelde dieren uit het zand of slib te zoeken. Hun poten zijn vaak lang en hun lichaam is meestal zwart-wit gekleurd, wat hen herkenbaar maakt. Scholeksters zijn bekend om hun sterke territorialiteit en hun roep, die vaak wordt omschreven als een luid en herkenbaar gekrakeel.

Amerikaanse Bonte Scholekster   .   American Oystercatcher  ·  Haematopus palliatus 

Afrikaanse Zwarte Scholekster   .   African Oystercatcher  ·  Haematopus moquini

Scholekster   .   Eurasian Oystercatcher  ·  Haematopus ostralegus