Oostenrijk
16 mei t/m 21 mei 1998
Inleiding
Oostenrijk was voor ons een witte vlek op de kaart. Hoewel een van de populairste vakantielanden van Europa, waren we nog niet in de gelegenheid geweest Oostenrijk te bezoeken. Ornithologisch gezien waren de verwachtingen niet erg hoog, zeker niet voor het hooggebergte van Tirol. Landschappelijk is het zeer de moeite waard.
Transport
Het leek ons een goed idee als vervoermiddel de eigen auto te nemen. De afstand naar Tirol is ongeveer 980 km en is overbrugbaar op een dag. Ter plaatse is het natuurlijk reuze makkelijk over een auto te beschikken, zeker als je zo als wij de omgeving wilden verkennen.
Onderdak
Ons hotel dat we via "Kras Reizen" hadden geboekt, zag er heel verzorgt uit. Het ontbijt was uitstekend en in buffetvorm. Het dinner was eveneens uitstekend verzorgt, hoewel er geen keuzemenu’s waren, ging er geen dag voorbij, zonder dat we smakelijk gegeten hadden. Het hotel "Der Swartzen Addler" ligt in het plaatsje Pfaffenhofen op ca. 30 km van Insbruck.
Het weer
Gedurende ons verblijf was het weer redelijk. Enkele regenachtige dagen werden afgewisseld door fris zonnig weer en deed denken aan ons "eigen weer" in Nederland.
Dagoverzichten
16 mei
‘s Morgens om 5.45 uur vertrekken we uit Schiedam. De avond ervoor waren we op visite bij kennissen. Ondanks goede voornemens werd het uiteindelijk toch weer laat! De reis verloopt spoedig. Onderweg tijdens de schaarse stops die we maken, zien we o.a. rode wouw, buizerd, kuifleeuwerik, Europese kanarie en vink. Even voorbij Stutgart moeten we inhouden en tenslotte stoppen. File!! Een zwaar auto-ongeluk waarbij een bus en drie auto’s zijn betrokken verspert de doorgang. Als vanzelfsprekend wordt door alle weggebruikers een middenbaan vrijgemaakt om eventuele hulpdiensten doorgang te verlenen. Niet gewoon aan deze situatie pas ik me snel aan bij de gediciplineerde duitsers. Vreemd is wel dat de vluchtstrook niet gebruikt wordt! De inzet van hulpdiensten is enorm. Minstens 3 politieauto’s, 5 ambulances, 3 brandweerauto’s en tenslotte 2 helicopters komen hulp verlenen. Als we iets eerder van huis waren vertrokken dan zouden we wellicht zelf het slachtoffer geweest!! Na de grens van Duitsland naar Oostenrijk gepasseerd te hebben komen we in Tirol. Het hooggebergte is fabelachtig mooi. Hoog op de bergen ligt de eeuwige sneeuw te schitteren in het zonlicht. De goed aangelegde wegen slingeren zich door de dalen, vaak vergezeld van een riviertje! Deze natuurlijke omstandigheden zorgden natuurlijk voor de meest optimale mogelijkheden voor de wegenaanleg, zeker in een land als Oostenrijk met haar enorme niveauverschillen. Het kost enige moeite om "Der Swarschen Addler" te vinden. Na enig zoekwerk vinden we tenslotte het stadje Pfaffenhofen en vrijwel direct daarna het hotel. Het hotel ligt centraal langs de doorgaande weg. De ontvangst is hartelijk, de kamer uitstekend en ruim bemeten. Vanaf het balcon kijken we uit op het Inndal en de rivier de Inn. Na het dinner, waarbij we kennis maken met een echtpaar uit Hoek van Holland, gaan we de omgeving nog even verkennen. Meteen vallen de enorme niveauverschillen op. Er loopt geen straat vlak. We moeten nog even wennen en voelen al snel onze kuiten. Na een best wel vermoeiende reis besluiten we vroeg naar onze kamer te gaan en ons voor te bereiden op onze plannen van morgen.
17mei
Na een goed ontbijt gaan we naar het "Ozttal" Dit dal ligt ten westen van Imst en haaks op het Inntal. Ook hier weer het gebruikelijke patroon van een weg die de oever van de rivier volgt. Bij een brug over de Ozt maken "rafters" zich klaar om de snelstromende rivier af te zakken. Waterdichte pakken en helmen beschermen de deelnemers tegen de kou en het risico van aanvaringen met uitstekende rotsblokken. Het is heel spectaculair om te zien hoe een groep van ca. 10 personen in vliegende vaart onder het uiten van gegil de rivier afzakt. Wij wandelen stroomopwaarts de bergen in. De doorkijkjes langs de rivier zijn schitterend en we krijgen er niet genoeg van ze allemaal te fotograferen. ‘s Middags gaan we naar Imst. Terplaatse is een kabelbaan die ook nu, hoewel er geen sneeuw ligt, toch open is. Binnen enkele minuten zijn we op 1500 meter hoogte en stappen we uit. Nieuwsgierig als we zijn, gaan we nog hoger. Het landschap wordt steeds woester. De bomen maken plaats voor lagere struiken. Kennelijk passeren we de boomgrens! Het vogelleven is schaars op deze hoogte. We zien wel grote lijsters en beflijsters. De wandeling terug plaats ons wel voor problemen. Om ca. 1500 meter op eigen kracht te zakken kost veel energie en uiteindelijk ook veel spierpijn. Het fenomenale uitzicht vergoedt echter heel veel.
18 mei
Na een goede nachtrust en een eveneens goed ontbijt weg gaan we op weg voor onze volgende dagtocht. Het plan is via het Ozttal naar Italie te gaan. Volgens de kaart loopt het riviertje en dus ook de weg helemaal door naar de grens met Italie. De route is schitterend. Het weer wordt steeds slechter naarmate we hoger komen. Uiteindelijk komen we door de sneeuwgrens bij enkele uitgestorven wintersportplaatsen. De mist en de smeltende sneeuw maakt de omgeving enigszins troostenloos. Vlakbij de grens met Italie zien we een notenkraker, een sneeuwvink, een alpenheggemus en tientallen tapuiten. De laatste soort zou je hier niet verwachten. De grens is helaas afgesloten. Kennelijk hebben we het waarschuwingsbord gemist. Rond deze tijd zijn nog niet alle bergwegen open. We besluiten dan maar weer om te keren en naar Innsbruck te gaan. Rijdend door het Ozttal zien we nog een hop passeren. De vlinderachtige vlucht tegen het decor van de bergen doet me een beetje aan Spanje denken. Innsbruck gelegen aan de Inn is een leuke stad om te flaneren. In het centrum, "die Altstadt" is het een drukte van belang. Allerlei nationaliteiten, waaronder veel italianen, wandelen door de gezellige winkelstraten. Het huis "mit das goldenen dach" wordt helaas gerenoveerd. Op het zeildoek dat het gebouw afdekt is wel een afbeelding van het gouden dak te zien. Een schrale troost! De gevels zien er heel kleurig uit. De barokke bouwstijl fleurt de dag gelukkig op, ondanks de nu aanhoudende regen. Voor de kinderen kopen we enkele soevenirs. Voor Roald een bierpul en voor Tamara en kitserig koekkoeksklokje. Nog niet geheel gewend aan de oostenrijkse shilling maken we naar achteraf bleek, een aantal flinke rekenfouten. Omgereknd is alles veel duurder dan oorspronkelijk gedacht! ‘s Avonds maken we na het dinner nog even een kleine wandeling vanuit het hotel bergopwaarts naar het "slosz" We zien het kasteel wel liggen maar kunnen helaas niet de weg er naar toe vinden. Overal langs het bergpad lopen koeien. Kennelijk niet gewend aan wandelaars gaan ze er luid bellend schrikachtig vandoor. Omdat de avond nu snel invalt gaan we maar terug naar het hotel. Het was een leuke afwisselende dag.
19 mei
Vandaag gaan we opnieuw richting Italie. Via de Brennerpas moet het lukken! Vlakbij de grensovergang staat een enorme file. We hebben geen zin hierachter aan te sluiten. Bovendien hebben we de tijd om een alternatieve route op te zoeken. Vipiteno ons eerste doel ligt per slot van rekening vlakbij de grens en moet binnendoor ook te bereiken zijn. Via een schilderachtige route bereiken we Vipiteno een schilderachtig plaatsje. We hebben niet echt het idee dat we nu in Italie zijn. In de enige winkelstraat zien we diverse mannen met een tiroler hoedje op lopen. De voertaal is duits. Volgens mij zijn ze hier volledig op Oostenrijk georienteerd. Nadat we het stadje hebben verkent besluiten we naar Merano te gaan. Via een smalle en schilderachtige weg die ons dwars door de bergen voert, hoogste punt 2800 m, komen we in Merano aan. Het stadje heeft een geheel eigen sfeer en is heel mooi gelegen in het dal. Langs de rivier bevindt zich een wandelpromenade die omzoomd wordt door kleurijke huisjes en een botanische tuin met bomen en struiken uit alle werelddelen. Het geeft een heerlijk gevoel als we ons koesteren in de zon en de warmte. Dit weertype ontberen we in Oostenrijk. Op de promede weer veel wandelaars, voorzover we kunnen nagaan weer voornamelijk uit Italie zelf. De tocht door de bergen en dalen naar Merano toe levert een flink aantal leuke soorten op waaronder: tjiftjaf, alpenkauw, alpenkraai, gele kwikstaart, witte kwikstaart, koolmees, roodborst, zwarte roodstaart, rotszwaluw, oeverzwaluw, italiaanse mus etc. Merano is echt een stadje waar je eigenlijk best wel wat langer zou willen blijven!
20 mei
Dit keer zoeken we ons vertier wat dichterbij het hotel. Een folder, bij aankomst in het hotel verstrekt, beveelt ons aan het Kuhtal te bezoeken. Het Kuhtal ligt aan de achterzijde van de bergrug achter ons hotel. Hemelsbreed is de afstand ca. 15 km. Nu moeten via het oztal rijden en is de afstand minstens 50 km. De weg door het kuhtal is fabelachtig mooi. Ondeweg zien we een ree in de berm. Het blijft altijd een mooi gezicht zo’n sierlijk dier te zien. Centraal in het Kuhtal ligt een groot stuwmeer dat gevoed wordt door de smeltende sneeuw. Omdat we zo hoog zitten is vrijwel alles nog bedekt met een dik pak sneeuw. De wegen zijn sneeuwvrij daarom gaan we het nog hogerop zoeken. In de verte ca. 300 meter hoger zien we nog een stuwdam liggen. Bij de voet aangekomen bekruipt ons een onaangenaam gevoel. Het pak sneeuw tegen de stuwdam aan is nog zo dik dat er naar ons idee sprake kan zijn van enig lawinegevaar. Je moet er niet aan denken dat je naar beneden geschoven wordt!! We besluiten maar snel terug te gaan en genieten beneden bij het eerste stuwmeer van het schitterende decor van de omgeving. Hoog in de bergen zien we twee skieers die aan een afdaling bezig zijn. Omdat niet alles is bedekt met sneeuw kost het ze enige moeite de afdaling zoveel mogelijk skieent af te leggen. ‘s Middags gaan we naar Seefeld een mondaine wintersportplaats. De centraal gelegen wandelpromenade heeft aan weerszijde veel restaurants welke op dit moment van de dag nog allemaal gesloten zijn. Het kleine meertje terplaatse, waar het stadje hoogstwaarschijnlijk naar is vernoemd, ziet er heel vredig uit. Op een bankje genieten we nog even van het prachtige decor van het meertje dat omlijst wordt door hoge bergen. Na al het moois dat we gezien hebben valt het stadje Telfts, dat we daarna bezoeken, enigszins tegen. Telfts is een verkleinde uitgeve van Innsbruck maar dan wel een stuk saaier. Nu wel genoeg van wandelen besluiten we terug te gaan naar het hotel om van een welverdiend dinner te genieten.
21 mei
Dit keer gaan we na het ontbijt de berg op vlakbij het hotel. We nemen de auto en zien wel waar we uitkomen. Het uitzicht op de top over het Inndal is schitterend. Er zijn geen wandelpaden in de directe omgeving te bekennen, daarom gaan we nog maar eens een keer naar het oztdal. Na een prachtige wandeling besluiten we naar de Hahntennjoch te gaan. Ondanks de drukte op de wegen, ik heb nog nooit zoveel motorrijders gezien, is het uitzicht vanaf de weg schitterend. Steeds hoger en hoger klimmen we naar de eeuwige sneeuw. Bij een parkeerterrein stoppen we. Hier genieten we van het uitzicht. Te voet kunnen we nog hoger. Aan de zuidkant van de hoogste berg die we zien is de sneeuw bijna helemaal weggesmolten. Een prachtige lichtgroene deken van gras bedekt de berg. Verbeeld ik het me of zie ik ver weg wat beweging op de top van de berg. Op een nog met sneeuw bedekt stuk zie ik iets oversteken!De telescoop brengt duidelijkheid. Gemzen!! Als ik de berg verder afspeur zie er in totaal een stuk of 20. Onbereikbaar voor iedereen op het dak van de wereld grazen ze onbekommerd van het ongetwijfeld malse gras. Wat zijn deze beesten schitterend aangepast aan hun omgeving. Wat een prachtig punt om te verblijven. Hier kan je uren doorbrengen in dit fantastiche decor. Aan het einde van de middag gaan we via Telft waar we boodschappen doen terug naar het hotel. Vandaag houden we het rustig en blikken we terug op deze vakantie. Het is alweer onze laatste volle dag. Oostenrijk is ons goed bevallen. De wandelmogelijkheden zijn onbeperkt. Een rit in de omgeving is altijd weer de moeite waard. Het natuurschoon is overweldigend. De steden, vooral Innsbruck, zijn heel interressant om te bezoeken. Het aantal waargenomen vogelsoorten is in vergelijking met andere locaties die we in het verleden hebben bezocht wat aan de magere kant hoewel we dit van te voren wisten. Oostenrijk heeft echter aan al onze verwachtingen voldaan en is vooral vanwege het natuurschoon zeer de moeite waard.