09 oktober, 2025

Ralreiger bij Serooskerke

Al enige tijd verblijft er bij de Schelphoek in Serooskerke (Zeeland) een Ralreiger. In het verleden heb ik deze soort op vijf verschillende plekken in Nederland gezien. Telkens opnieuw verbaast het me hoe gulzig dit kleine reigertje is bij het vangen en verorberen van zijn prooien – hij krijgt in korte tijd verrassend veel weg! Jammer genoeg blijft het een zeldzame verschijning. In Zuid-Europa komt de soort gelukkig veel algemener voor. Misschien dat ze, door de klimaatopwarming, uiteindelijk toch vaker onze kant op zullen komen.

De Ralreiger is een kleine, compacte reigersoort met een lengte van ongeveer 40–49 cm en een spanwijdte van 70–90 cm. Hij oogt op het eerste gezicht wat gedrongen, met een korte nek en relatief korte poten in vergelijking met veel andere reigers. In het broedkleed is de vogel bijzonder fraai:

  • De kop, borst en buik zijn crèmekleurig tot licht oker,

  • De rug en vleugels zijn roestbruin,

  • Tijdens de broedtijd krijgt de vogel lange, sierlijke kuifveren op de achterzijde van de kop,

  • De vleugels tonen in vlucht opvallend wit, wat goed contrasteert met de donkere bovenzijde.

De snavel is geelachtig met een donkere punt, en de poten zijn geelgroen. In rust, als hij ineengedoken zit tussen het riet, is hij goed gecamoufleerd en oogt hij haast beige of zandkleurig — wat hem zijn naam deels verklaart (hij lijkt qua gedrag wat op een Ral, een schuwe moerasvogel). De Ralreiger broedt vooral in Zuid- en Zuidoost-Europa, Noord-Afrika en delen van Azië. Hij geeft de voorkeur aan moerassen, rietvelden, ondiepe plassen en rivierdelta’s met voldoende dekking. In Nederland is de soort een zeldzame zomergast en onregelmatige broedvogel. Slechts incidenteel nestelt hij hier, meestal in zachte voorjaren met gunstige omstandigheden. Het dieet bestaat uit visjes, kikkers, insecten, kleine kreeftachtigen en soms zelfs kleine zoogdieren. De Ralreiger jaagt vaak vanaf de waterkant, met snelle, plotselinge bewegingen. Hij is opvallend gulzig en kan in korte tijd veel prooien verorberen. Ralreigers zijn trekvogels: ze overwinteren in sub-Saharaans Afrika. In voorjaar en zomer trekken ze noordwaarts om te broeden, waarbij af en toe enkele exemplaren onze contreien bereiken. 

Ralreiger   .   Squacco Heron  ·  Ardeola ralloides

Ralreiger   .   Squacco Heron  ·  Ardeola ralloides
Ralreiger   .   Squacco Heron  ·  Ardeola ralloides

Ralreiger   .   Squacco Heron  ·  Ardeola ralloides

22 september, 2025

Turkse Tortel

De Turkse Tortel is een welkome gast in mijn huistuin. Regelmatig komen ze even langs of ze nog een graantje mee kunnen pikken. Natuurlijk reken ik op hun komst en zorg ervoor dat er voldoende de strooizaad op de grond ligt!Tot rond 1900 kwam deze soort uitsluitend voor in Turkije, maar daarna heeft hij zich in rap tempo westwaarts uitgebreid. In 1949 werd het eerste broedgeval in Nederland vastgesteld, bij Oldebroek in Gelderland. Inmiddels komt de Turkse tortel in heel West-Europa voor, met uitzondering van IJsland en Noord-Scandinavië. De soort staat bekend om zijn snelle voortplanting: een paartje kan wel vijf broedsels per jaar grootbrengen. Zelfs de jongen uit het eerste legsel doen in hetzelfde jaar alweer mee aan de voortplanting. Het zijn dus echte “tortelduifjes”. Net als bij andere duivensoorten bestaat een legsel meestal uit twee eieren. Dankzij de zogenaamde ‘duivenmelk’, een voedzaam goedje dat in de krop wordt geproduceerd, lukt het de ouders vaak om de jongen succesvol groot te brengen. Dit draagt natuurlijk bij aan hun snelle verspreiding. Tegenwoordig zie je Turkse tortels overal in parken en tuinen. Je kunt gerust stellen dat het een waardevolle aanwinst is voor onze avifauna, temeer omdat ze volledig op eigen kracht naar Nederland zijn gekomen. Ze broeden graag in coniferen of in klimop, waar hun nest goed verborgen blijft. De Turkse tortel is een echte cultuurvolger: hij maakt graag gebruik van de mogelijkheden die de mens biedt. Vooral bij graanoverslag of opslag van veevoer zijn ze te vinden, altijd bereid om een graantje mee te pikken. Hun geringe schuwheid helpt daarbij natuurlijk ook. Het geluid van de Turkse tortel lijkt sterk op dat van de houtduif. Men zegt wel dat de Turkse tortel roept: “Ik groet u”, terwijl de houtduif klinkt als: “Ik groet u zoet.”
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto
 Turkse Tortel    .    Eurasian Collared Dove  ·  Streptopelia decaocto

30 augustus, 2025

Purperkoet bij Zevenhuizen

Voor de derde keer werd er in Nederland een Purperkoet gezien – en natuurlijk was ik er telkens bij. Hoewel ik de soort al vaak in het buitenland heb gezien, onder andere in Spanje, Portugal en op Lesbos (Griekenland), blijft deze vogel me fascineren. Zijn prachtige, diep purperblauwe verenkleed en die opvallend lange rood-oranje tenen maken hem tot een van de mooiste verschijningen die je in Nederland kunt tegenkomen.

Maar om hem hier te zien, moet je wel afgaan op de meldingen op waarneming.nl en genoegen nemen met een plekje tussen de vele andere vogelaars. Want vanzelfsprekend ben ik niet de enige die deze fotogenieke soort graag wil bewonderen én vastleggen op de gevoelige plaat.

De Purperkoet is ongeveer zo groot als een flinke hoen (± 45 cm). Hij heeft een felblauw tot purperblauw verenkleed, een rode snavel en voorhoofdsschild, en lange, rode poten met extreem lange tenen. De vleugels zijn kort en afgerond, waardoor hij slecht vliegt. Leeft voornamelijk in  moerasachtige gebieden met dichte rietkragen en veel open water. Kan goed zwemmen en klimmen; gebruikt de lange tenen om door riet en waterplanten te klauteren. Foerageert vooral op waterplanten (bijv. jonge scheuten van riet en lisdodde), maar eet ook insecten, kikkers en kleine vissen. Bouwt een nest van rietstengels in dicht riet of drijvend op water. Legt meestal 3–6 eieren, die door beide ouders worden bebroed.


Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio
Purperkoet   .  Western Swamphen  ·  Porphyrio porphyrio

25 augustus, 2025

Juveniele Koekoek bij begraafplaats Hofwijk in Rotterdam

Rond deze tijd van het jaar eind augustus kan het een goed moment zijn om bij de begraafplaats Hofwijk in Rotterdam op zoek te gaan naar Bonte- en Grauwe vliegenvangers. Helaas kon ik ze niet vinden! Wel zag ik een foeragerende  juveniele Koekoek. Hoewel de vogel best schuw was lukt het toch enkele leuke opnamen te maken. 

Volwassen koekoeken beginnen vaak al in juli met de trek naar Afrika, dus vaak nog vóórdat hun eigen jongen uitgevlogen zijn. Koekoeken trekken individueel (niet in groepen) via Zuid-Europa, soms langs de oostelijke of westelijke trekroute, richting tropisch Afrika. Ze verblijven voornamelijk in de savannes en bossavannes van Centraal- en Zuidelijk Afrika. 

Jonge koekoeken: de jongen trekken pas later, meestal in augustus/september, geheel zelfstandig. Ze hebben geen ouders die hen de route leren; de trek is aangeboren (instinctief). Koekoeken eten vooral rupsen (ook behaarde soorten die veel andere vogels vermijden), insecten en larven. Tijdens de trek kunnen ze dit in Zuid-Europa en Noord-Afrika nog vinden. Het feit dat jonge koekoeken alleen de tocht ondernemen, zonder ervaring of begeleiding, is een van de meest fascinerende aspecten van hun levenswijze. De totale reisafstand bedraagt soms wel 10.000 km. Dankzij zenderonderzoek weten we dat koekoeken vaak meerdere tussenstops maken en soms maanden in bepaalde gebieden verblijven voordat ze verder trekken.

Koekkoek   .   Common Cuckoo  ·  Cuculus canorus

Koekkoek   .   Common Cuckoo  ·  Cuculus canorus

Koekkoek   .   Common Cuckoo  ·  Cuculus canorus

Koekkoek   .   Common Cuckoo  ·  Cuculus canorus



 Koekkoek   .   Common Cuckoo  ·  Cuculus canorus

21 augustus, 2025

Allerlei

Als je regelmatig bij de ijsvogelbroedwand komt, valt er altijd wel iets bijzonders te zien, zoals deze drinkende jonge Houtduif. Even later deed een volwassen exemplaar het nog eens voor.



Bij de Kandelaarplas zat een verrassend tamme Bonte Strandloper. Twee hondenuitlaters negeerden mijn verzoek om er even omheen te lopen, maar gelukkig bleef de vogel rustig zitten.





Bij de waterberging in Berkel Rodenrijs dook een Gestreepte strandloper op. Slechts kortstondig aanwezig. Lang genoeg voor een bewijsplaatje!!


Deze Aalscholver ruste uit op de favoriete tak van de ijsvogels bij de ijsvogelbroedwand. Ze werden er lichtelijk nerveus van en gebruikten hem niet meer voor een tussenlanding.


Een jonge Purperreiger werd door mij per ongeluk opgeschrikt in de Vockestaert en streek even verderop weer neer langs een sloot. Geen geweldige foto, maar ja – niet alles lukt zoals je het hoopt.


Bij de IJsvogels is het 2e legsel inmiddels uitgekomen. Ze worden gevoerd met hele kleine minivisjes.  


















In mijn huistuin kwam deze Tjiftjaf even badderen.












Een Merel nam in mijn huistuin een zonnebad.