In mijn omgeving waar ik opgroeide, was de natuur nog heel gewoon. Het weilandengebied van Midden Delfland lag om de hoek van de straat en het Sterrenbos was op loopafstand. Het schooltuintje bij de Vijfsluizen bood mij een manier om in contact te komen met de natuur. De Poldervaart speelde toen al een rol in mijn leven. Als kind zat ik achterop de solex van mijn opa op weg naar zijn roeiboot bij de Babbersmolen. Vanaf het begin had ik de neiging om de natuur te verzamelen, zoals veren, vleugels, uitgeblazen eieren en schedeltjes. Later werd het waarnemen belangrijker. De vogellijsten waarop waarnemingen werden verzameld, gaven mij een goed gevoel dat ik koesterde. Voor het filmen en later fotograferen van vogels heb ik in een latere fase van mijn leven de hele wereld afgereisd en enorm genoten van wat ik zag. Het is opmerkelijk dat ik datzelfde geluksgevoel nu ook in mijn eigen omgeving kan beleven, met name in mijn tuin en later met meer mogelijkheden in mijn volkstuin bij Volkstuinvereniging Thurlede. Ook de omgeving van mijn huis speelt een belangrijke rol, vooral de Poldervaart, waar ik een steenworp vandaan woon, biedt mij goede mogelijkheden om vogels te fotograferen.
Poldervaart
De Poldervaart is een kanaal tussen de Schie tenzuiden van de Kandelaar en de Nieuwe Maas. Vroeger liep de afwatering van Delfland via Schieland naar de Maas, wat soms tot conflicten leidde, aangezien Schieland lager lag dan Delfland. Om dit probleem op te lossen werd in 1280 de 'Nuwe Vaert' aangelegd, later bekend als de Poldervaart. Het diende als afwateringskanaal voor de oostelijke ambachten van het Hoogheemraadschap van Delfland: Vrijenban, Hof van Delft, Berkel, Kethel en Pijnacker. Elk van deze ambachten had zijn eigen sluis, die in 1587 werden vervangen door één grote sluis genaamd de Vijfsluizen. Ook werd er een sluis gebouwd op de plek waar de Poldervaart uitmondt in de Schie, waardoor scheepvaart mogelijk was. In 1574 vond hier een slag plaats tussen de Watergeuzen en een vlooteenheid die loyaal was aan de regering in Brussel. In de loop der tijd veranderde de functie van de Poldervaart. Het water van de Nieuwe Maas werd via de Poldervaart ingelaten om Delft en Den Haag van vers water te voorzien, waardoor het waterpeil in de Poldervaart steeg. Op 24 april 1903 brak de kade van de Poldervaart door, wat leidde tot overstromingen in omliggende polders. Door de toenemende verzilting van de Nieuwe Maas na de opening van de Nieuwe Waterweg werd de waterinlaat bij Vijfsluizen in 1958 stopgezet. Vanwege de slechte staat van de kades werd in 1965 besloten de Poldervaart af te sluiten en in 1966 werden de inlaat- en uitwateringssluis gesloopt. Tegenwoordig heeft de Poldervaart een recreatieve functie en zijn de sluizen na 2010 gerestaureerd en gedeeltelijk in hun oorspronkelijke staat hersteld. Het kanaal biedt nu een aangename route voor recreatie en wordt veel gebruikt door wandelaars en fietsers.
Vogelrijke plekken langs de Poldervaart
De Poldervaart in Schiedam heeft in de omgeving diverse leuke gebieden die interessant kunnen zijn voor vogels. Er zijn verschillende habitats waar vogels zich kunnen vestigen. Enkele voorbeelden van habitats zijn:
Getijdengebied: Een getijdengebied is een gebied waar het water van de rivier/zee opkomt en terugtrekt door het getij, dat wordt veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan en de zon. Dit leidt tot een unieke en dynamische habitat voor vogels, met afwisselend droge en natte gebieden. In getijdengebieden zijn verschillende soorten vogels te vinden, waaronder kustvogels, watervogels en trekvogels. Kustvogels, zoals meeuwen en sterns, foerageren in de ondiepe wateren van de getijdengebieden, terwijl watervogels, zoals eenden en ganzen, op zoek gaan naar voedsel in de modderige bodem van de getijdenpoelen. Trekvogels gebruiken de getijdengebieden als tussenstop op hun lange reis van hun broedgebieden naar hun overwinteringsgebieden. Getijdengebieden zijn kwetsbaar voor menselijke activiteiten, zoals kustontwikkeling, visserij en vervuiling. Daarom is het belangrijk om deze gebieden te beschermen en te behouden, zodat de vogels die afhankelijk zijn van deze unieke habitat kunnen blijven gedijen.Bos/parkgebieden: Bos/parkgebieden zijn leefgebieden voor een grote verscheidenheid aan vogelsoorten. Bossen bestaan uit bomen van verschillende hoogtes en leeftijden, struiken, gras en andere planten. Dit creëert een diversiteit aan micro Habitats waar vogels zich kunnen nestelen, foerageren en rusten. In de lente en zomer zijn bossen broedplaatsen voor vogels. Zangvogels zoals merels, lijsters en vinken bouwen hun nesten in bomen en struiken en brengen hun jongen groot in deze veilige omgeving. Roofvogels zoals buizerds en haviken bouwen hun nesten in de top van de hoogste bomen. Spechten vinden voedsel door te tikken op de stammen van bomen, terwijl uilen hun prooi jagen in de nachtelijke uren. Bossen bieden ook voedsel voor trekvogels die in het voor- en najaar op doortocht zijn. Tijdens deze periodes is er vaak een toename van vogels in het bos, zoals de goudhaan en tjiftjaf die in het voorjaar terugkeren uit hun overwinteringsgebieden. De habitat van bossen is kwetsbaar voor menselijke activiteiten zoals ontbossing, houtkap en verstedelijking. Het behoud van bossen is essentieel voor de levenscyclus van veel vogelsoorten en het handhaven van een gezonde biodiversiteit. Wetlands en moerassen: Wetlands en moerassenzijn gebieden die permanent of tijdelijk onder water staan en rijk zijn aan waterplanten, riet en andere water minnende planten. Deze gebieden bieden een gevarieerd en dynamisch habitat voor veel soorten dieren, waaronder vogels. Wetlands en moerassen worden vaak gevonden langs oevers van meren, rivieren, beken en delta's. Door hun waterrijke omgeving bieden ze voedsel, beschutting en nestplaatsen voor verschillende watervogels zoals eenden, ganzen, zwanen en reigers. De vogels foerageren op de vissen, insecten, schaaldieren en andere ongewervelde dieren die in de wetlands leven. Sommige soorten vogels hebben specifieke habitatvoorkeuren binnen wetlands en moerassen. Zo bouwen rietzangers en kleine karekieten hun nesten vaak in de dichte rietkragen, terwijl blauwe reigers hun nesten bouwen in bomen of struiken aan de rand van de wetlands. Wetlands en moerassen spelen ook een belangrijke rol in het ecosysteem door het zuiveren van water, het verminderen van overstromingen en het opslaan van koolstof. Het is daarom van groot belang om deze gebieden te beschermen en te behouden en ervoor te zorgen dat ze op duurzame wijze worden beheerd.Graslanden: Graslanden zijn open gebieden met een vegetatie die voornamelijk bestaat uit grassen en kruiden. Deze gebieden worden gekenmerkt door hun uitgestrekte vlakten met weinig bomen of struiken, en bieden leefomgevingen aan diverse diersoorten, waaronder vogels. In graslanden vinden we veel verschillende soorten vogels, waaronder weidevogels zoals grutto's, tureluurs en kieviten. Deze vogels broeden vaak in de graslanden en foerageren op insecten en andere ongewervelde dieren die in de vegetatie leven. Een andere soort die we kunnen vinden die we kunnen vinden in graslanden is bijvoorbeeld de bruine kiekendief. Graslanden hebben vaak een rijke biodiversiteit en spelen een belangrijke rol in het ecosysteem. Ze fungeren als foerageergebied voor dieren, zorgen voor bodemerosiepreventie en leveren bijvoorbeeld voedsel voor het vee. Daarnaast spelen ze een rol bij de koolstofopslag. Graslanden worden echter bedreigd door factoren zoals intensieve landbouw, verstedelijking en veranderingen in het klimaat. Het is daarom belangrijk om deze gebieden te beschermen en te behouden, bijvoorbeeld door middel van duurzaam landgebruik en agrarisch beheer. Stedelijke gebieden: Stedelijke gebieden, zoals steden en dorpen, vormen een specifieke habitat voor vogels die zich hebben aangepast aan het leven tussen mensen en bebouwing. De bebouwde omgeving biedt namelijk ook kansen en uitdagingen voor vogels. Verschillende soorten vogels zijn te vinden in stedelijke gebieden, waaronder duiven, mussen, spreeuwen, mezen en kraaien. Deze vogels vinden hun voedsel tussen de bebouwing, zoals zaden, insecten en afval. Sommige vogels, zoals de huismus, bouwen hun nesten in de gebouwen zelf, terwijl andere soorten, zoals de merel, hun nesten bouwen in de bomen en struiken die nog aanwezig zijn in stedelijke gebieden. Stedelijke gebieden zijn echter ook een bron van bedreigingen voor vogels. Hoge gebouwen kunnen bijvoorbeeld leiden tot botsingen met vogels die er tegen aan vliegen, terwijl vervuiling en afval de voedselkwaliteit voor vogels kunnen verminderen. Daarom is het van belang om stedelijke gebieden zo in te richten dat ze ook een geschikte habitat bieden voor vogels. Er zijn verschillende manieren om de habitat voor vogels in stedelijke gebieden te verbeteren, zoals het plaatsen van nestkasten, het aanleggen van groene daken en geveltuinen, en het verminderen van lichtvervuiling. Op deze manier kunnen stedelijke gebieden niet alleen een thuis bieden voor mensen, maar ook voor de vogels die zich hebben aangepast aan het leven tussen de bebouwing.
Vogels van de Poldervaart en omgeving
Klik op de foto van een vogel voor meer foto's en een beschrijving.
Wat kan je doen om je tuin vogelvriendelijk in te richten voor vogelfotografie. Klik hier voor informatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten