De aalscholver is een oude, vertrouwde bewoner van het
waterrijke Nederland. Het is een forse, donkere watervogel met gehaakte snavel.
Een goed instrument voor de visvangst. Hun vlucht is stevig en resoluut, ze
vliegen in strakke lijn naar hun bestemming. Vertrouwd is ook het beeld van
aalscholvers met gespreide vleugels om ze te laten drogen. Aalscholvers broeden
in kolonies. De aalscholver lijkt een zwarte vogel. Feitelijk is het verenpak
grotendeels diep bronsgroen. Elk veertje van de boven vleugels heeft een
subtiel zwart randje. Dat geeft de vogel een ‘geschubd’ uiterlijk. In het
voorjaar kleuren de vogels op hun mooist. De wangen en dijen zijn dan wit
bevederd en de kruin en nek van zilverwitte manen voorzien. De onbevederde keel
kleurt dan geel. Dit prachtkleed verdwijnt in de loop van het broedseizoen. In
de kolonies erg luidruchtig. Diverse lage keelklanken; volwassen vogels roepen
vaak "rraaaahhh", de jonge vogels kokken en kekkeren. Buiten
broedseizoen zelden te horen. De broedperiode begint vroeg, soms al in
december. Late broedsels tot in juni, kolonies dan tot eind augustus bezet.
Tweede legsels vanaf half april, maar lagere aantallen. Broedt in kolonies,
dicht bij visrijk water. In het binnenland in moerasbossen, aan de kust ook in
duinen, kwelders en op eilanden. Broedt meestal in bomen, soms ook op de grond
of in riet. Baltsritueel op nest, waarbij overvliegend vrouwtje wordt
aangetrokken door onder meer de fel afstekende witte dijen. Nest van gemiddeld
3-4 eieren. Broedduur 27-31 dagen. Jongen vliegvlug na zo'n 50 dagen.
Gegevens ontleend aan Vogelbescherming.Aalscholver . Great Cormorant · Phalacrocorax carbo |