01 september, 2024

Tureluur Tringa totanus

De Tureluur is een veelvoorkomende vogelsoort in Europa en Azië en behoort tot de familie van de ruiterachtigen. Zoals eerder vermeld, dankt de vogel zijn naam aan het geluid dat hij maakt: "tjululuu". Het is een prachtige vogel die gemakkelijk te herkennen is aan zijn felrode poten en brede witte achterrand van de vleugels. Hij heeft een gestroomlijnd lichaam, een vrij korte snavel en een lange nek. Het verenkleed van de tureluur is bruin met zwarte vlekken op de rug en wit op de buik en borst. Het mannetje is vaak iets groter en heeft een donkerder verenkleed dan het vrouwtje. De Tureluur is vooral te vinden in natte gebieden, zoals wetlands, moerassen, weilanden en langs de kustlijn. In Nederland is hij een van de belangrijkste weidevogels. De Tureluur staat bekend om zijn actieve gedrag, waarbij hij vaak op en neer rent terwijl hij foerageert. Hij eet voornamelijk insecten, wormen en schaaldieren. Is algemeen in de omgeving van de Poldervaart.




Witgat   Tringa ochropus

De Witgat is een middelgrote steltloper van het binnenland, met een donkere bovenkant en een opvallend witte stuit en staartbasis die goed zichtbaar zijn bij het wegvliegen. Hij wordt vaak gevonden bij kleine plassen en broedt niet ver van Nederland. Er is al een behoorlijke populatie in Duitsland te vinden. De vogel broedt vaak in oude lijsternesten en is donker van boven en opvallend wit van onder. Bij het opvliegen is de witte stuit en staartbasis zeer opvallend en contrastrijk, en de vogel roept dan een schel "tju-wiét..wiet-wiet". In het zomerkleed is de Witgat fijn wit gespikkeld van boven, maar dit is alleen van dichtbij te zien. De kop heeft een opvallende witte wenkbrauw vóór het oog en een opvallende oogring. In vlucht heeft de Witgat tamelijk brede, donkere ondervleugels, in tegenstelling tot de bosruiter. Schaarse doortrekker in de omgeving van de Poldervaart.





  

Oeverloper  Actitis hypoleucos

De Oeverloper is een kleine steltloper die zijn naam dankt aan zijn gewoonte om langs de oevers van zoetwaterplassen te lopen en foerageren. Deze vogel is een doortrekker en komt voor in Europa en Afrika. Hoewel de Oeverloper vaak alleen wordt gezien tijdens de trek, kan hij ook in kleine groepen voorkomen. De Oeverloper heeft een kenmerkend geluid dat vaak te horen is tijdens zijn activiteiten. Het geluid is hoog en schril en klinkt als "die-die-die". Opvallend gedrag van de Oeverloper is het heen en weer wippen van zijn achterlijf en kop. Dit gedrag is vaak te zien als hij langs de waterkant loopt en zoekt naar voedsel. De Oeverloper is grijsbruin van boven en wit van onderen. Hij heeft korte, groenige poten en een korte snavel. De borst is grijsbruin met een opvallend witte krul omhoog op de zijborst. Tijdens het broedseizoen legt het vrouwtje meestal vier eieren in een ondiep nest op de grond. Het mannetje en vrouwtje broeden samen en zorgen voor de jongen. De Oeverloper voedt zich voornamelijk met insecten, wormen en kleine schaaldieren die hij op de oevers vindt. In de omgeving van de Poldervaart tijdens de trektijd vaak te vinden langs de oevers van de Kandelaarplas en bij het getijdengebied Vijfsluizen.




Watersnip Gallinago gallinago

Hoewel ze zeldzaam zijn als broedvogel, zijn ze tijdens hun migratie vaak te zien. Bij verstoring vertrouwt de Watersnip op zijn schutkleur en blijft hij stilzitten om niet opgemerkt te worden. Als de vogel toch opvliegt, laat hij een kenmerkend roep horen die klinkt als 'skrètsj...skrètsj...'. De opvallende baltsvlucht van de Watersnip is een prachtig gezicht. Tijdens deze vlucht duikt de vogel in een schuine hoek omlaag en spreidt hij zijn buitenste staartpennen, die merkwaardig gevormd zijn. Door de vibratie van deze pennen ontstaat een blatend geluid dat het baltsritueel compleet maakt. De Watersnip is een typische snip met een zeer lange snavel. Op zijn kop en rug heeft hij opvallende strepen en zijn flanken zijn gebandeerd. Bij verstoring vliegt de Watersnip vaak ver weg in een zigzaggende vlucht, terwijl hij zijn schorre roep laat horen. De veren van de Watersnip zijn bruin en beige van kleur, waardoor ze perfect gecamoufleerd zijn in hun leefomgeving. Ze hebben ook een opvallende lichte streep boven hun ogen en donkere strepen op hun rug. De onderzijde van hun lichaam is lichter van kleur. De Watersnip voedt zich voornamelijk met insecten, wormen en slakken die hij in de modder vindt. Het is een uitstekende jager en zijn lange snavel is perfect aangepast aan het opgraven van prooien in de zachte modder. In de omgeving van de Poldervaart zijn ze vooral in de trektijd regelmatig te vinden.




Fazant  Phasianus colchicus

Pas zag ik voor het eerst in jaren bij mijn volkstuin een Fazant. Een mannetje vergevorderd in de rui. Het is geen toeval dat de vogel, die erg schuw was, zich nu laat zien omdat de meeste vaste bewoners het volkstuincomplex in de wintermaanden verlaten hebben waardoor het erg stil is geworden. Op zich vind ik dat natuurlijk prima. Ik ben sowieso iemand die graag in rust zonder bijgeluiden geniet op mijn volkstuin. De Fazant is een vogelsoort die van oorsprong uit Azië komt en is ingevoerd door de Romeinen. Het mannetje heeft een prachtig verenkleed dat voornamelijk bestaat uit donkerbruine, groene en goudkleurige veren, terwijl het vrouwtje een minder opvallend verenkleed heeft met voornamelijk bruine en beige tinten. De Fazant heeft een lange staart en een kenmerkende rode kam op zijn hoofd. Fazanten zijn omnivoren en eten zowel plantaardig voedsel zoals zaden en fruit, als dierlijk voedsel zoals insecten en kleine gewervelde dieren. Ze leven voornamelijk op de grond en zijn goede renners en springers, maar kunnen ook kortstondig vliegen om te ontsnappen aan roofdieren. De Fazant wordt vaak bejaagd vanwege zijn vlees en wordt soms ook gehouden als sier- of jachtdier. In de omgeving van de Poldervaart een regelmatige verschijning.




Kuifeend  Aythya fuligula

De Kuifeend is een soort eend die voornamelijk in Europa voorkomt. De Kuifeend is een vrij kleine duikeend met een hoekige kop en op het achterhoofd ten minste een aanduiding van een kuif. Volwassen mannetjes hebben een zwart verenkleed met witte flanken, buik, ondervleugel en witte baan over de slagpennen. Vrouwtjes en juveniele vogels zijn bruin, met lichtere buik en eveneens een witte baan over de slagpennen. De iris is geel bij de volwassen vogels. Juveniele vogels hebben een bruine iris. Kuifeenden zijn over het algemeen wat kleiner dan andere eenden soorten en ze leven voornamelijk in zoetwatergebieden zoals meren, vijvers en rivieren. Ze voeden zich met waterplanten, insecten en kleine visjes. In de winter migreren Kuifeenden naar warmere gebieden, maar ze komen in de lente terug naar hun broedgebieden in Europa. Kuifeenden broeden in holen, vaak in de buurt van water, en de vrouwelijke eend legt meestal zes tot tien eieren. Na ongeveer een maand komen de kuikens uit en worden ze door hun moeder gevoed en verzorgd totdat ze oud genoeg zijn om te vliegen en zelfstandig te worden. In de omgeving van de Poldervaart een regelmatige verschijning.