01 september, 2024

Boerenzwaluw Hirundo rustica

In Nederland is de Boerenzwaluw van april tot oktober aanwezig. Tijdens de wintermaanden trekt deze vogel naar zuidelijk Afrika om daar te overwinteren. De Boerenzwaluw heeft een opvallend uiterlijk met een blauwzwarte rug en vleugels en een roomwitte buik. Op het voorhoofd en de kin heeft de Boerenzwaluw een opvallende roodbruine kleur. De staart van de Boerenzwaluw is lang en gevorkt, wat hem in de  vlucht zeer herkenbaar maakt. Deze acrobatische vogel jaagt in vlucht op insecten en heeft een voorkeur voor open terreinen, zoals boerenerven, weiden en open grasland. De Boerenzwaluw maakt zijn nest in boerenschuren en loodsen, waarbij hij handig gebruik maakt van de openingen in de gebouwen om in en uit te vliegen. Het nest wordt gemaakt van modder en gras en heeft een kenmerkende komvorm. Naast de jacht op insecten heeft de Boerenzwaluw ook behoefte aan water. Om te drinken vliegen ze vlak boven het wateroppervlak en steken af en toe hun snavel in het water. Dit maakt ze ook kwetsbaar voor watervervuiling en het verdwijnen van geschikte waterbronnen kan een bedreiging vormen voor deze vogelsoort. Het is belangrijk om de Boerenzwaluw te beschermen en te koesteren, omdat hij niet alleen een prachtige verschijning is in ons landschap, maar ook een belangrijke rol speelt in de bestrijding van insectenplagen. Komt algemeen voor in de omgeving van de Poldervaart.




Huiszwaluw  Delichon urbicum

De Huiszwaluw is een kleine trekvogel die behoort tot de familie van de zwaluwen. Het is een slanke, elegante vogel met een donkerblauwe metallic bovenzijde en een witte onderzijde. Hij heeft een korte, gevorkte staart en puntige vleugels. Ze bouwen hun nesten van een mengsel van modder en speeksel, waarbij ze kleine klontjes modder van de grond verzamelen en ze in de vorm van een kom tegen een muur of plafond plakken. Het nest wordt dan gevoerd met gras, veertjes en ander zacht materiaal. Het nest heeft een kleine opening aan de bovenkant waar de vogel naar binnen kan vliegen. Huiszwaluwen keren elk jaar terug naar dezelfde nestplaats om hun nest opnieuw te bouwen. Huiszwaluwen voeden zich met insecten, die ze in de lucht vangen terwijl ze vliegen. Ze jagen op insecten zoals vliegen, muggen, kevers en vlinders. Ze hebben een hoge vluchtsnelheid en een behendige manoeuvreerbaarheid, wat hen helpt bij het vangen van hun prooi. De huiszwaluw komt voor in grote delen van Europa. Ze bouwen hun nesten vaak onder dakranden, bruggen, viaducten en andere gebouwen. In de winter trekken huiszwaluwen naar Afrika om te overwinteren. Huiszwaluwen spelen een belangrijke rol in de bestrijding van insectenplagen en zijn daarom van groot ecologisch belang. Helaas nemen hun aantallen de laatste decennia sterk af als gevolg van habitatverlies en het verdwijnen van geschikte nestplaatsen.  Komt algemeen voor in de omgeving van de Poldervaart.




Baardman Panurus biarmicus

De Baardman is een rietvogel. Het mannetje heeft karakteristieke ‘bakkebaarden’. Het heldere bellende roepje is te horen vanuit het riet. In de winter zwerven Baardmannen rond en kunnen dan ook gevonden worden in kleinere rietvelden. De Baardman is een kleine zangvogel die behoort tot de familie van de Baardmannetjes. Het is een opvallende vogel met een lange staart en een opvallende zwarte baardstreep op de keel van het mannetje. De rug van de vogel is roodbruin. De vrouwtjes hebben een minder opvallende baardstreep en zijn over het algemeen minder kleurrijk dan de mannetjes. De Baardman leeft voornamelijk in dichte rietvelden, moerassen en andere natte gebieden, waar hij zich voedt met zaden, insecten en kleine ongewervelde dieren. Ze zijn behendige klimmers en kunnen zich gemakkelijk door rietstengels bewegen om hun voedsel te zoeken. De Baardman broedt in kleine kolonies en bouwt zijn nesten laag in het riet. Het nest is gemaakt van rietstengels en bladeren en heeft een zijingang. Het vrouwtje legt gewoonlijk 4-6 eieren die ze in ongeveer twee weken uitbroedt. De Baardman komt voor in grote delen van Europa en is een trekvogel die naar warmere gebieden trekt in de winter. In sommige delen van Europa is de Baardman een zeldzame en bedreigde soort, vooral vanwege habitatverlies en intensieve landbouwpraktijken. In de omgeving van de Poldervaart een schaarse broedvogel.




Buidelmees Remiz pendulinus

De Buidelmees is een kleine zangvogel die behoort tot de familie van de buidelmezen . Het mannetje heeft een zwart "masker" rond zijn ogen, terwijl het vrouwtje een meer grijsbruine kleur heeft. Mantel en rug roodbruin met een lichtgrijze kop en een zwart oogmasker, dat vervaagt in de loop van het broedseizoen. Heeft een spitse driehoekige snavel. Mannetje heeft een roodbruin gevlekte borst en een wat breder masker. De juveniel heeft een bruine kop en geen masker. Het is een opvallende vogel met een kenmerkend buidelvormig nest. Ze hebben ook een opvallende houding, waarbij ze vaak verticaal op takken hangen en hun staart omhoog houden. De Buidelmees leeft voornamelijk in moerassen, rietvelden en andere natte gebieden, waar hij zich voedt met insecten en kleine ongewervelde dieren. Ze zijn behendige klimmers en kunnen zich gemakkelijk door takken en rietstengels bewegen om hun voedsel te zoeken. De Buidelmees bouwt zijn nest in de vorm van een langwerpige buidel die aan het uiteinde is afgesloten met een klein gaatje. Het nest wordt meestal gemaakt van pluisjes, veren en ander zacht materiaal en wordt opgehangen aan een tak of rietstengel. Het vrouwtje legt gewoonlijk 5-10 eieren die ze in ongeveer twee weken uitbroedt. Zeldzaam in de omgeving van de Poldervaart.




 


Boomvalk   Falco subbuteo

Als je omhoog vrij uitzicht hebt vanuit je tuin dan komt er nog weleens iets leuks over. Zoals b.v. een Boomvalk. De boomvalk is een roofvogel die behoort tot de familie van de valken. Boomvalken zijn gespecialiseerd in het vangen van vliegende prooidieren. Jaagt in open land op vogels van open veld en op libellen. Is snel en is zelfs in staat om zwaluwen en Gierzwaluwen te slaan. Kleine valk met lange, spitse vleugels en een korte staart. Volwassen vogels hebben een rode 'broek'. Zomervogel, overwintert in tropisch Afrika. Trekt weg in augustus-september, keert terug in april-mei. Kleine valk met lange, spitse vleugels en een relatief korte staart. Volwassen mannetjes hebben een blauwgrijze bovenzijde en kenmerkende roodbruine 'broek'. Opvallend witte wangen, contrasteren met zwarte kopkap en baardstreep. Vrouwtje iets groter dan mannetje. Jonge vogels bruiner, missen de rode broek en lijken op andere kleine valken, vooral Roodpootvalk. In de zomer vaak jagend op libellen in vlucht. Bidt niet zoals Torenvalk. De eerste Boomvalken verschijnen half april. De doortrek houdt aan tot diep in mei. De najaarstrek begint half augustus en piekt in september. 




Torenvalk  Falco tinnunculus

De Torenvalk is vooral bekend door het bidden, dat je vaak langs de weg ziet. De Torenvalk is een roofvogel die behoort tot de familie van de valken. Nog steeds een kenmerkende vogel van het open land in Nederland. Een uitgesproken veldmuisjager, die graag in nestkasten broedt in open land. Als er weinig muizen zijn, pakt hij ook wel jonge weidevogels of mussen. Pakt uitsluitend prooien van de grond. Het is een Kleine valk met lange staart. Kenmerkende roodbruine rug in alle kleden. Man met grijze kop en grijze staart met zwarte eindband, vrouw met geheel roodbruine bovenzijde, inclusief sterk gebandeerde staart. Ondiepe, rustige vlucht, bidt veel. In silhouet is de lange staart kenmerkend, de vleugelpunten zijn minder spits dan bij andere valken. In zit steekt de staart ver voorbij de vleugelpunten. Korte tenen. Is territoriaal, maar kan soms in kolonies broeden (vroeger ook in Nederland). Bouwt zelf geen nest. Broedt in oud kraaiennest, in Nederland tegenwoordig vooral in speciale open of halfopen Torenvalkkasten. Ook in nissen in gebouwen en in het buitenland op rotsrichels en in rotsspleten. Eén legsel, zeer zelden twee; meestal 4-6 eieren. Broedtijd april-juli. Broedduur 27-31 dagen, begint na leg eerste ei. Alleen vrouwtje broedt. Jongen vlieg vlug na 27-35 dagen, worden vaak nog wekenlang gevoerd. De in de winter waargenomen Torenvalken zijn Nederlandse broedvogels aangevuld met wat vogels uit omringende landen en Noord-Europa.  Algemeen in de omgeving van de poldervaart.