01 september, 2024

Krakeend  Mareca strepera

De Krakeend is een veelvoorkomende middelgrote eenden soort in Europa. Ze hebben een onopvallend uiterlijk en worden gekenmerkt door hun grijze verenkleed bij mannetjes en bruine verenkleed bij vrouwtjes. Het mannetje heeft een zwarte anaalstreek, een grijsbruine kop met donkere vlekjes en een zwarte snavel. Het vrouwtje lijkt sterk op een klein vrouwtje wilde eend, maar heeft mooie afgelijnde oranje snavelranden. In de vlucht zijn bij beide geslachten de witte binnenste armpennen en de duidelijk afgelijnde witte buik zichtbaar. Krakeenden leven voornamelijk in ondiepe meren, plassen, moerassen en rivieren. Ze voeden zich met gras, zaden, waterplanten en kleine ongewervelde dieren. Krakeenden bouwen meestal hun nesten van gras en veren in dicht struikgewas in de buurt van water. Ze broeden in het voorjaar en leggen gemiddeld acht tot tien eieren per keer. Krakeenden zijn trekvogels en brengen de winter door in warmere klimaten. Ze reizen vaak in grote groepen en vormen soms gemengde zwermen met andere eenden soorten. Krakeenden zijn bekend om hun kenmerkende krakende roep, die ze gebruiken om te communiceren met elkaar. Dit geluid is vaak te horen in hun leefgebieden, vooral in de vroege ochtend en avond. Bij de Poldervaart en omgeving in grote aantallen te vinden.






Slobeend Spatula clypeata

De Slobeend is voornamelijk te vinden in moerassen, meren en vijvers, maar ook langs de oevers van rivieren en kanalen. Het mannetje van de Slobeend is makkelijk te herkennen aan zijn opvallende kleuren. Hij heeft een witte borst, een roestbruine kop, nek en flanken, een zwarte staart en een groene spiegel op zijn vleugels. Zijn snavel is breed en plat, waardoor hij goed geschikt is voor het filteren van voedsel uit het water. De vrouwtjes zijn overwegend bruin van kleur en hebben een gestreepte kop en een donkere oogstreep. Slobeenden zijn trekvogels en brengen de wintermaanden door in warmere klimaten, zoals Zuid-Europa of Afrika. In de lente keren ze terug naar hun broedgebieden in Europa, waar ze nestelen in dichte vegetatie langs het water. Het vrouwtje legt ongeveer 8-10 eieren per nest en de jongen worden na ongeveer 23-28 dagen geboren. Slobeendkuikens zijn nestvlieders, wat betekent dat ze na het uitkomen vrijwel direct het nest verlaten en zichzelf kunnen voeden. Een opvallende eigenschap van de Slobeend is zijn voedingsgedrag. Ze voeden zich hoofdzakelijk met waterplanten, maar ook met zaden, insecten en kleine schaaldieren. Door hun brede snavel kunnen ze water en voedsel filteren door deze heen en weer te bewegen in hun snavel, een techniek die bekend staat als slobberen. Bij de Poldervaart en omgeving in redelijke aantallen te vinden.






 Nijlgans Alopochen aegyptiaca

De Nijlgans is een vogelsoort die oorspronkelijk uit Afrika komt en behoort tot de familie van de eenden en ganzen. De Nijlgans is een invasieve soort in Europa en heeft geen natuurlijke vijanden. Hierdoor kan de populatie snel groeien en kan het in sommige gevallen leiden tot conflicten met andere vogels en lokale ecosystemen verstoren. Het is daarom belangrijk om de populatie in de gaten te houden en eventueel maatregelen te nemen om de overlast te verminderen. Het is een grote watervogel met een opvallend uiterlijk. De Nijlgans heeft een grijsbruine kop en hals met een donkere band rond de nek. De rug is donkerbruin en de vleugels zijn wit met donkergroene slagpennen. De borst en buik zijn beige en hebben zwarte vlekken. De staart is lang en wigvormig. Een opvallend kenmerk van de Nijlgans is de snavel, die rood van kleur is met een zwarte punt. De vogel heeft een donkere oog vlek en oranje irissen. De Nijlgans leeft voornamelijk in waterrijke gebieden, zoals meren, rivieren en moerassen. Ze zijn vaak te vinden in de buurt van menselijke bewoning en voeden zich met gras, zaden, insecten en kleine waterdieren. De Nijlgans is een uitstekende vlieger. Ze broeden in holen in de grond of in bomen en leggen gemiddeld zes tot acht eieren per nest. De jongen zijn nestvlieders en kunnen kort na het uitkomen al zwemmen en duiken. Bij de Poldervaart en omgeving in flinke aantallen te vinden.








Kramsvogel  Turdus pilaris 

De Kramsvogel is een grote zangvogel die behoort tot de familie van de lijsters. Het verenkleed van de kramsvogel is opvallend en herkenbaar. De bovendelen zijn grijsbruin met donkere strepen en de onderkant is wit met een lichte oranjebruine borst. De snavel is geel en de poten zijn bruin. De Kramsvogel heeft een mooie, krachtige zang die lijkt op die van de merel, maar toch uniek is. De zang bestaat uit melodieuze fluittonen die variëren van hoog naar laag en weer terug. Het zingen begint vaak in het vroege voorjaar en gaat door tot in de zomermaanden. De Kramsvogel leeft in gematigde klimaten en broedt in het noorden van Europa. In de winter migreren ze naar het zuiden, waar ze in grote groepen foerageren op bessen en andere vruchten. Kramsvogels zijn vaak te vinden in open gebieden, zoals parken, tuinen, velden en boomgaarden, waar ze zich voeden met bessen en insecten. De kramsvogel is een monogame broeder en bouwt zijn nest in bomen of struiken. Het vrouwtje legt meestal 4-5 eieren, die ze uitbroedt gedurende ongeveer 12-14 dagen. Na het uitkomen worden de jongen gevoed door beide ouders en blijven ze ongeveer 14-16 dagen in het nest voordat ze uitvliegen. In de winter een algemene verschijning in de omgeving van de Poldervaart.




 


Knobbelzwaan Cygnus olor

De Knobbelzwaan is een van de bekendste en meest voorkomende vogels in Europa. Deze grote watervogel is gemakkelijk te herkennen aan zijn witte verenkleed, zijn lange, gebogen nek en zijn opvallende zwarte knobbel op de bovensnavel. Mannetjes hebben over het algemeen een grotere knobbel dan vrouwtjes. Knobbelzwanen zijn sociale dieren en leven meestal in groepen of als koppel. Ze zijn meestal monogaam en blijven vaak bij dezelfde partner gedurende hun hele leven. In het broedseizoen bouwen ze een groot nest van takken en planten in de buurt van water, waar ze hun eieren leggen en uitbroeden. Vrouwtjes leggen meestal 4 tot 7 eieren per keer en broeden deze ongeveer 35 dagen uit. De kuikens worden geboren met donsachtige veren en kunnen al snelzwemmen om zelfstandig voedsel te vinden. Knobbelzwanen zijn over het algemeen vriendelijke vogels, maar ze kunnen agressief worden als ze zich bedreigd voelen of als hun nest of jongen worden bedreigd. Knobbelzwanen zijn herbivoren en voeden zich voornamelijk met waterplanten, gras en graan. Ze zijn een belangrijk onderdeel van veel wetland-ecosystemen en spelen een belangrijke rol bij het verspreiden van zaden en het reguleren van de waterkwaliteit. Bij de Poldervaart en omgeving in flinke aantallen te vinden.





Grauwe Gans  Anser anser

De Grauwe Gans is een grote gans die overwegend grijsbruin van kleur is, met witte en donkere accenten op de vleugels en de staart. Ze hebben een lange, slanke hals en een afgeplatte snavel die perfect is aangepast om gras en andere planten te eten. De grootte van de grauwe gans kan variëren afhankelijk van het geslacht en de leeftijd. Volwassen mannetjes zijn doorgaans groter dan vrouwtjes. De Grauwe Gans komt voor in grote delen van Europa en is een trekvogel die migratie over lange afstanden onderneemt tussen hun broedgebieden in het noorden en winterverblijven in het zuiden. Tijdens de migratie kunnen ze grote afstanden afleggen. Deze gans is een sociaal dier en leeft in grote groepen. Ze voeden zich voornamelijk met gras, bladeren en scheuten van verschillende planten. Grauwe Ganzen zijn een belangrijke prooi voor roofdieren zoals vossen en arenden, maar hebben normaal gesproken weinig andere natuurlijke vijanden. De Grauwe Gans heeft in sommige regio's een economische en culturele waarde. Hun vlees, eieren en veren worden vaak gebruikt in voedsel en handwerk. In sommige gebieden worden Grauwe Ganzen ook als een plaag beschouwd vanwege hun overmatige graasgedrag en de schade die ze kunnen veroorzaken aan landbouwgewassen. Bij de Poldervaart en omgeving in grote aantallen te vinden.