Tjiftjaf Phylloscopus collybita
De Tjiftjaf lijkt sprekend op de Fitis, maar heeft zwarte pootjes. Hoewel Tjiftjaf op de Fitis lijkt, is de zang en de roep erg verschillend. De Tjiftjaf roept zijn eigen naam tjif-tjif-tjaf. De tjif zingt hij hoog en de tjaf zingt hij laag. Hij herhaalt dit eindeloos. Tussendoor is vaak een zacht prr-prr te horen. De roep, klinkt als een eenlettergrepig wiet Het is de eerste zomervogel die half maart terugkomt uit zijn overwinteringsgebied. Als hij eenmaal terug is begint hij onmiddellijk te zingen om zijn territorium af te bakenen. De rug is olijfgroen, de buik wit en de keel is geelachtig wit. De vogel heeft een opvallende oogstreep. De Tjiftjaf is een insecteneter en voedt zich voornamelijk met kleine insecten en spinnen. De vogel jaagt op insecten in bomen en struiken en kan ook worden gezien als hij langs de grond snuffelt. De Tjiftjaf bouwt zijn nest in struiken of bomen, en het vrouwtje legt ongeveer 5 tot 7 eieren per broedsel. De Tjiftjaf wordt niet als bedreigde soort beschouwd, maar zijn populatieaantallen nemen wel af als gevolg van habitatverlies. De vogel komt voor in bosgebieden, parken en tuinen met veel bomen en struiken. Er bestaat enige verwarring over de identificatie van de Tjiftjaf en de Siberische Tjiftjaf, vooral omdat ze erg op elkaar lijken. Het onderscheid is vaak gebaseerd op de roep en de zang, die bij de Siberische Tjiftjaf sneller en hoger zijn dan bij de Europese Tjiftjaf en op de kleur van de poten, die bij de Siberische Tjiftjaf meestal lichter zijn dan bij de Europese Tjiftjaf. Komt veel voor in de omgeving van de Poldervaart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten